hardsteen en het grenenhout zoals de met handgestoken ornamenten versierde palen van de paardenstalafscheidingen. Het dak is rietonderlaten. Tot in de jaren zestig werd op de boerderij met paarden ge werkt. Adriaan ArjaonCrucq was een paardenman en we zien hoe hij de op het land gevonden hoefijzers bewaarde en schapen - verdronken in het drie meter hoge water. Twee iepen en een fruitboom overleefden de ramp. Sinds die tijd is de schaapskooi, uniek voor Walcheren, niet meer als zodanig in gebruik. Na de geschiedenis, de oude beelden en de koffie gingen we de realiteit bekijken. In twee groepen wandelden we over het erf en door de schuur. De zwaluwen, druk be zig om hun jongen vet te mesten, vlogen af en aan. Jo Kodde en zijn vrouw Tineke bleken enthousiaste vertellers. Bij het huis zagen we de klok die de schafttijden in- en uitluidde. Twee van de oorspronkelijk vier waterputten (de zorg voor voldoende zoet water) zijn nog in de tuin aanwezig. We keken op naar de hoefijzers en naar de makelaar in de nok van het dak. Geloof, hoop en liefde zijn er symbolisch in ver werkt. In de schuur bewonderden we de stallen, we klommen naar de ruime zolder waar vroeger het graan werd opgeslagen en nu oud schoolmeubilair op een nieuwe Tineke Kodde en de schaapskooi, (foto Ida Doorenweerd) aan de buitenmuur van de schuur beves tigde. Van elk ijzer wist hij welk paard het had gedragen. Ze hangen er nog altijd... Overigens was er ooit een tweede Oranje polder in de buurt van het Zilveren Schor, maar deze is na 25 jaar exploitatie, om streeks 1700, door de zee 'teruggenomen'. 1953 was ook voor de Oranjepolder een rampjaar. Het was een van de weinige plekken op Walcheren die onder water kwam te staan. Op twee plaatsen brak de dijk. Alle dieren - paarden, koeien en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2012 | | pagina 42