Wet
CALIMAX BEVELAND, autom.
sproeiers aan concurr. prijzen. Uit
voorraad leverbaar. Bij coll. aan
koop door verg. reductie. Beleefd
aanbev.: A. CORNELISSE, Eigen-
haardstraat 31, Midelburg.
S.O.S. Weest op uw hoede voor den
Coloradokever. H.H. Landbouwers,
bestelt nu een VERMOREL of PER
RAS RUGSPROEIER. Prijs ƒ25,—.
Beleefd aanbev.: A. CORNELISSE,
Eigenhaardstraat 31, Middelburg.
Advertentie van A. Cornelisse in 'De Zeeuw'
van 24 juni 1938 (pag. 4) voor het bestrijden
van de coloradokever met rugsproeiers, (kran
tenbankzeeland. nl)
Een jaar later werden ze in Limburg en
Noord-Brabant gesignaleerd.
Omdat de coloradokever onze aardappel
oogst bedreigde, werd in 1934 een wet ter
bestrijding van de coloradokever van
kracht. De Plantenziektekundige Dienst be
richtte de burgemeester wanneer tot be
strijding moest worden overgegaan. Eige
naren en pachters die aardappelen teel
den, werden verplicht deze met loodarse-
naat te bespuiten zodra de burgemeester
hier via een bericht in de krant opdracht
toe gaf.
In 1947 werd de wet gewijzigd. Er kon
onder andere gekozen worden uit drie be-
strijdingsmethoden: bespuiting met een op
lossing van calciumarsenaat, bespuiting
met een oplossing van DDT of bestuiving
met stuifpoeder van DDT. De bespuiting of
bestuiving moest na verloop van tijd wor
den herhaald en soms was een derde keer
nog nodig. In de praktijk kwam het erop
neer dat de aardappelpercelen bijna jaar
lijks uit voorzorg werden bespoten.
Als de gebruiker het perceel niet bespoot,
werd het perceel bespoten door personeel
van de gemeente en werden de kosten
verhaald op de gebruiker. Ook werd pro
ces-verbaal opgemaakt. In Souburg kregen
in 1938 drie telers om die reden een be
keuring, in Meliskerke en Westkapelle één
teler. In Arnemuiden kreeg in 1938 de ge
meentelijke sproeier bescherming van de
gemeenteveldwachter. De eigenaren, die
zelf in gebreke waren gebleven, gebruikten
namelijk minder fraaie woorden tegen de
gemeentelijke sproeier.
Eerste melding Walcheren
Toen begin juni 1938 de coloradokever in
Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland op
dook, werd heel Zeeland door de Planten
ziektekundige Dienst uit Wageningen tot
besmet gebied verklaard. Alle gemeente
besturen kregen van deze dienst bericht
dat voor 2 juli 1938 alle aardappelvelden,
ook in de volkstuintjes, met loodarsenaat
bespoten moesten zijn. Dat de bespuiting
van de volkstuintjes heel voorzichtig moest
gebeuren, was vanzelfsprekend. De Plan
tenziektekundige Dienst adviseerde ge
wassen die in de buurt stonden van de
aardappels, zoals aardbeien en groenten,
af te dekken met kranten of jutezakken. De
verplichte bespuiting moest tussen 11 en
23 juli worden herhaald. Het loodarsenaat
werd door het rijk via de gemeenten gratis
beschikbaar gesteld.
De eerste melding op Walcheren vond
plaats in de tweede helft van juni 1938. Op
het grondgebied van Vlissingen en Ritthem
was de coloradokever gesignaleerd. In juli
dook een coloradokever op in Koudekerke
en werden larven van de kever in Souburg,
Serooskerke, Sint Laurens en Veere ge-