6
De Meerkerk in zinkende toestand na de aan
varing met de zeemijn in juni 1946. (foto:
www.vns-voe.nl)
dienst en beloodste rond middernacht
meerdere schepen. De wachtlopende
stuurman had de Meerkerk opgemerkt en
meende dat die een gevaarlijke koers
stuurde. Hij seinde met de lamp in morse
U (u stuurt een gevaarlijke koers) en later
het sein JT (volg mij). Het eerste sein werd
aan boord van de Meerkerk echter niet op
gemerkt.
Na het horen van de explosie werd op vol
le kracht naar de Meerkerk gestoomd, een
riskante onderneming. Daar aangekomen
werd de jol overboord gezet. Die had moei
te langszij te komen als gevolg van wrak
hout en drijvende lading en er stond ook
niemand klaar met een lijn om de jol vast
te maken. De jol dreef daarom langs de
Meerkerk en moest onverrichter zake naar
de loodsboot terugkeren. Daarop legde de
loodsboot zelf langszij de Meerkerk aan en
konden passagiers en laskaren worden
overgenomen. De loodsboot bleef nog eni
ge tijd in de buurt totdat de sleepboot Go
liath was aangekomen, daarna stoomde hij
naar Vlissingen. Tijdens die tocht stonden
de loodsen voortdurend in verbinding met
de Roeierswacht. Ook hadden ze contact
met de sleepboot Maas over de positie van
de Meerkerk. Om 8.00 uur meerde de
loodsboot af aan de ponton van de Provin
ciale Stoombootdienst en werden de
schipbreukelingen ontscheept. De direc
teur en de commissaris van het Loodswe
zen waren daarbij aanwezig en gaven de
loodsen opdracht meteen weer naar zee te
vertrekken.
De redding
De Vlissingse politie kreeg in de loop van
de nacht het bericht dat de Meerkerk op
een mijn was gelopen, dat er vermoedelijk
geen slachtoffers waren en dat de loods
boot met de geredden onderweg was. De
politie lichtte op haar beurt cargadoor De
Grooff en de Havendienst in. Enkele agen
ten werden naar de buitenhaven gestuurd
waar de ontredderde schipbreukelingen
werden opgevangen door het Rode Kruis.
De laskaren werden ondergebracht in de
Scheldehal en de passagiers in het
Strandhotel. Voor zover nodig werden zij
van droge kleding en eten voorzien.
De laskaren vertrokken 's middags per
trein naar Rotterdam, de passagiers wer
den per bus naar hun woonplaats ver
voerd.
Er speelden ook diverse reddingsboten
een rol in dit drama. Op 16 juni om 3.45
uur kreeg schipper A. de Winde van de
President Wierdsma uit Breskens een op
roep om uit te varen naar de Meerkerk.
Om 6.30 uur kwam hij bij het schip aan en
bleef de hele dag langszij liggen. Aan het
einde van de middag voer hij met vijf man
machinekamerpersoneel van de Meerkerk
naar Breskens. Daar aangekomen kreeg
hij van een agent het verzoek de mannen
naar Vlissingen te brengen. Er werd koers
gezet naar de Vissershaven en het perso-