neel van het gestrande schip werd in hotel
Goes ondergebracht.
Na enkele uren rust werd de President
Wierdsma opnieuw opgeroepen en arri
veerde in de vroege ochtend van 17 juni
bij het gestrande schip. De kapitein van de
Meerkerk deelde echter mee op zijn schip
te willen wachten op een expert en daarop
voer de reddingsboot terug naar Breskens.
Ook de Veerse reddingsboot werd inge
schakeld. Op de 16de juni voer schipper
Minneboo om 14.00 uur met de Maria Ca
rolina Blankenheijm uit. Het Loodswezen
had hem verzocht enkele belangrijke
koffers bij de Meerkerk op te halen. Het
lukte Minneboo en zijn mannen veertig
stuks bagage over te nemen. Daarbij ging
het wel eens mis, sommige koffers waren
niet goed dicht en daardoor verdween een
deel van de inhoud in zee. Vanuit Veere
werd de bagage met een vrachtauto naar
Vlissingen gebracht. De volgende dag
maakte Minneboo weer een tocht van 6.00
tot 14.00 uur naar de Meerkerk, voor het
geval de kapitein wilde overstappen. Die
zag echter nog geen acuut gevaar en zei
dat hij wel zou waarschuwen als dat nodig
mocht zijn.
De laatste uren aan boord
Kapitein Wijker was samen met de stuur
lieden en de marconist aan boord geble
ven. De Meerkerk zat aan de grond, het
achterschip was op twee plaatsen gebro
ken, de machinekamer stond, evenals een
aantal ruimen, onder water. Op de 17de
juni stond het achterschip helemaal onder
water, de wind nam toe tot kracht zes en
Wijker achtte het schip verloren. Hij liet
aan het einde van de middag een SOS
versturen en liet beide ankers vallen om te
voorkomen dat het voorschip - als dat zou
afbreken - op drift zou raken.
Minneboo wist onder deze moeilijke om
standigheden de nog resterende beman
ningsleden van boord te krijgen en ze vei
lig in Veere aan land te zetten. Met een
auto werden zij naar Vlissingen vervoerd.
De dag daarop gingen enkele stuurlieden
aan boord van de sleepboot Maas om de
Meerkerk te bewaken.
De directie van de reddingmaatschappij
beloonde de inzet van de redders met een
gratificatie.
Janse en Verduyn
Zoals hiervoor vermeld, waren L. Janse,
L.J. Verduyn en tien laskaren overboord
gesprongen. Het lukte hen helaas niet de
kust te bereiken. In de dagen na de ramp
spoelden enkele lichamen, waaronder die
van Janse en Verduyn, aan op de kust van
Schouwen. Bijzonder tragisch was het lot
van Verduyn: het was zijn eerste en tevens
laatste reis.
De stoffelijke overschotten van Janse en
Verduyn werden naar Middelburg overge
bracht. Op zaterdag 22 juni werden de bei
de Middelburgers daar begraven. Verduyn
werd 's morgens op de rooms-katholieke
begraafplaats aan de Seisweg ter aarde
besteld. Onder de aanwezigen waren be
manningsleden, leden van katholieke
jeugdorganisaties, vertegenwoordigers van
de Machinistenschool en van de V.N.S.
's Middags was op de Algemene Begraaf
plaats de begrafenis van Janse. Ook hier
waren vertegenwoordigers van de Machi
nistenschool en de V.N.S. aanwezig.
Het bergen van de lading
Al snel na de ramp bleek dat de Meerkerk
onherstelbare schade had opgelopen. Om
dat het voorschip nog boven water uitstak,