besloot men de lading die zich nog in dat deel bevond te bergen. Om dat mogelijk te maken, moest de omgeving van de Meer kerk eerst mijnenvrij worden gemaakt. Daarom gaf de Mijnenveegdienst in IJmui- den op 17 juni aan het begin van de avond de mijnenvegers MV 39 en 41 opdracht naar Vlissingen te vertrekken om het ge bied rond het wrak te zuiveren van mijnen. Bovendien moest de exacte positie van het wrak worden bepaald. De daaropvolgende dagen werd door verschillende schepen bij het wrak geveegd, waarbij op 19 juni door Hr.Ms. Borndiep vier mijnen tot ontploffing werden gebracht. In totaal werden negen mijnen onschadelijk gemaakt. De dichtst bijzijnde lag op 135 meter afstand, de ver ste op bijna twee kilometer. Soms moest het vegen wegens slecht weer worden on derbroken, maar toch lukte het binnen en kele dagen het gebied rond de Meerkerk te zuiveren. Voor de bergingsklus werd bergingsbedrijf Van den Tak ingeschakeld en er werden ook vissersschepen uit Breskens en Oud dorp ingezet, 24 in totaal. Het lukte een gedeelte van de lading en inventaris te bergen. De vissersschepen brachten van 1 tot 11 juli bijna 1.000 m3 in Vlissingen aan land. De ruimbagage van de passa giers was helaas verloren gegaan. Omdat de V.N.S. de Meerkerk inmiddels had ge abandonneerd, kwam de geborgen lading in handen van de assuradeurs. De V.N.S. kon haar, indien zij dat wenste, overne men. Duiken naar het wrak Op 10 juli voer het bergingsvaartuig Ram naar het wrak. Een duiker constateerde aan de bakboordkant bij ruim 5 een gat van vier bij zeven meter. De scheepshuid was daar een meter naar binnen gedrukt, op drie meter vanaf het gat was de huid nog intact. De duiker ging door het gat naar binnen en zag in de ruimen stukken ijzer liggen en delen van de lading. Op de plaats waar het schip gebroken was zat een grote scheur, de verschansing was op twee plaatsen gebroken en sterk verbo gen. De duiker nam een monster van de dextrine die het schip vervoerde mee naar boven. Publiciteit Aan het vergaan van de Meerkerk werd door de kranten de nodige aandacht be steed. Op maandag 17 juni opende de PZC met een uitgebreid artikel over de ramp. Direct na het ongeval verschenen in enkele dagbladen ook berichten dat de ka pitein onder invloed zou zijn geweest. Pas sagiers hadden zich in die zin uitgelaten. Bemanningsleden, onder wie de hofmees ter en de eerste machinist, verklaarden echter voor de Scheepvaartinspectie dat Wijker zeker niet onder invloed was ge weest. Misschien vonden de passagiers de manoeuvres tijdens het kompasstellen vreemd en hebben ze toen aan dronken schap gedacht. Wellicht kan ook de lading jenever aan boord aan die gedachte heb ben bijgedragen. Hoe het ook zij, van alco holmisbruik was geen sprake. In latere edities werd verslag gedaan van de begrafenis van Janse en Verduyn en van het onderzoek naar de ramp. De be kende Vlissingse fotograaf Dert voer op een sleepboot naar het wrak om daar op namen te maken. Deze werden via het ANP verspreid en in de dagbladen afge drukt. Een maand na het ongeluk haalde de Meerkerk ook het bioscoopjournaal.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 12