29 '■V p. 75 (Romeinsche Oudheden) en Robide vd Aa (Oud-Nederland in zijne burgten en kasteelen opgehelderd) Westhoven, zul ke onbepaalde zaken zeggen, terwijl ik on der andere van mijne onderwijzer Kesteloo zoo dikwijls gehoord heb, dat de brug door Mr. v.d. Perre gebouwd is en de steen komt uit Oud Domburg (de kleine arme buurt achter Duinoord)."21 Wat de vermelding over Van de Perre ge wicht geeft, is dat deze opgetekend is uit de mond van onderwijzer Hubert Martin Kesteloo (1786-1864).22 Nu heeft een on derwijzer het niet per definitie bij het juiste eind, maar deze onderwijzer had een va der en een grootvader die als tuinbaas werkzaam waren bij verschillende landgoe deren in de buurt van Domburg. De moge lijkheid bestaat dus dat minstens een van beiden werkzaam is geweest op Westho- ve. Als Kesteloo goed was geïnformeerd, moet de tuin zijn aangelegd, en de brug Antieke brug Het behoeft geen betoog dat de brug waarover Frederiks schrijft, de Romeinse brug zal zijn. Hiermee is, ondanks het feit dat hij de brug zelf als "de antieken brug" betitelt, de naamgeving van de brug over de vijver van Westhove verklaard. De brief duidt er ook op dat de brug in 1867 als Romeinse brug kan en vermoedelijk zal De Romeinse brug, met op de achtergrond het kasteel Westhove, 2010. (foto: G. Oldenmen- ger) zijn gebouwd, vóór 1790 (het jaar waarin Van de Perre stierf) of uiterlijk 1794 (toen zijn weduwe Jacoba van den Brande over leed).23 Van de Perre moet in ieder geval over Romeinse stukken hebben beschikt.24 Janssen meldt in 1845 namelijk dat Van de Perre een Nehalenniastuk schonk aan de Academie in Brussel.25 v iZrf -

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 33