Twee gedreven meesters De Meij bron die de tuinaanleg laat-achttiende-eeuws noemt. Het is verleidelijk om meer waarde toe te kennen aan bronnen die dichter bij de bouw tijd liggen. 27. Janssenp. 74-75. Bronnen: -K. Bos (red.), 'Landschapsatlas van Walche ren', Koudekerke 2008. - C.S. Oldenburger-Ebbers, 'Gids voor de Ne derlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur' Rotterdam 2000. - Gardenstone, 'Nehalennia Godin van de zee kust'Norderstedt (z.j.). - J. Dresselhuis, 'Nieuwe werken van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen' deel 2, Middelburg 1845. - A.L.G. Bosboom-Toussaint, 'Een Leidsch stu dent in 1593/Het kasteel Westhoven in Zee land', 2011. - Janssen, 'De Romeinsche beelden en gedenk- steenen van Zeeland', delen 1 en 2, Utrecht 1845. - R. van der Aa, 'Oud-Nederland in zijne burgten en kasteelen opgehelderd'Nijmegen 1841. - A.G. Oldenmenger, 'Oostkapeïle, De Ro meinse brug', BAAC-rapport B-10.0475, 's-Hertogenbosch 2010. - Zeeuwse Bibliotheek, handschrift 0857. B.J. de Meij Het is me door de jaren heen steeds dier baarder geworden: m'n allereerste aan schaf in de categorie Zeeland-boeken. Rond 1965 gekocht van mijn schaarse zakgeld, bij boekhandel 't Zoeklicht op de Middelburgse Nieuwe Burg. De titel? De burgerlijke en kerkelijke geschiedenis van Ritthem, Welzinge en Nieuwervede twee de druk (uit 1958) van een boek dat al in 1929 het licht had gezien. De auteur? B.J. de Meij. Over hem vooral wil ik het hebben. Barthel Johannes de Meij werd op 10 sep tember 1882 te Oostburg geboren. Hij was van 1902 tot 1914 onderwijzer aan de openbare lagere school in het Walcherse Serooskerke. Daar trouwde hij Leintje Cop- poolse. Het was haar vader, Bartel Cop- poolse, die bij zijn schoonzoon de interes se voor de plaatselijke historie wist te wek ken. Van 1914 tot 1945 was De Meij hoofd van de openbare (later christelijke) lagere school in Ritthem. Vandaar verjaagd door het water, gaf hij in de oorlogsjaren onder moeilijke omstandigheden les in Nieuw- land, waarheen veel inwoners van Ritthem waren uitgeweken. Het kan niet anders of speciaal zijn ge schiedenislessen moeten indruk hebben gemaakt, want hij had zijn hart verpand aan geschiedenis. Daarvan getuigen zijn twee bekendste boeken: Ritthem'en de uit 1918 daterende plaatsbeschrijving van Serooskerke. Bovenal echter doen dat zijn meer dan zeshonderd artikelen over ge schiedenis, folklore, naamkunde en land schap. Artikelen die hij vooral schreef voor de Provinciale Zeeuwse Courant en de voorlopers daarvan: de Middelburgsche Courant, waarvoor hij de rubriek 'Zeeuwse Kroniek' verzorgde, en de Vlissingsche Courant, met daarin zijn vaste rubriek 'Uit vroeger dagen'.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 41