Readies 48 Chauffeur op Duinvliet Op het artikel over de herinneringen van Lourus Louwerse aan Duinvliet in De Wete nr. 1 van januari j.l. ontving de redactie een uitgebreide e-mail van Irene Keim uit Briel- le. Zij schrijft het volgende. "Tot mijn verrassing las ik in de inhoudsop gave het onderwerp 'Privéchauffeur op Duinvliet' en meteen dacht ik: ha, nu komt mijn opa aan het woord! Dat bleek echter niet zo te zijn, want het verhaal ging over een andere chauffeur. De naam van mijn opa Willem Bosdijk werd wél genoemd. "Willem Bosdijk werd in 1891 geboren en ik neem aan dat zijn opleiding wel iets technisch geweest zal zijn. Hij trouwde in 1915 met C. Gernler en ik vond via het Zeeuws Archief dat hij toen chauffeur was. Ik neem aan dat hij dit toen al op Duinvliet was. Hoe lang hij daar chauffeur is ge weest is mij niet bekend, maar in mei 1921 werd mijn moeder geboren en ik denk dat hij rond die tijd de Fongers-fietsenwinkel in de Lange Delft is begonnen. "In 1896 zou Duinvliet te koop hebben ge staan. Via de Krantenbank Zeeland las ik nog over een prenten- en fototentoonstel ling in juli 1990 in Domburg. In een bij schrift stond toen over mijn opa geschre ven: 'De 19-jarige chauffeur Willem Bosdijk leunt nonchalant tegen de Delahaye (K- 423) auto van meneer Blum.' Dat moet dan in 1910 zijn geweest. De foto is te vinden via Beeldbank Zeeland. "Ik kan me niet veel herinneren van opa's verhalen van die tijd. Volgens mij heeft hij indertijd zijn rijbewijs verkregen met het bekende rondje om de kerk. Het verhaal gaat dat opa met de heer Blum als eerste met de auto over de Kreekrakdam zou zijn gereden. In een artikel in de PZC van 19 december 2001 lees ik hierover onder an dere: 'Eerst in 1910 reden de eerste auto's in een demonstratieve tocht over de Kreek rakdam, maar het duurde tot 1916 voor de weg er lag.' "Het lange gedicht bij het gouden huwe lijksfeest in 1929 dat in het artikel in de ja- nuari-Wete wordt genoemd, had ik lange tijd in bezit. Ongeveer tien jaar geleden heb ik het, samen met meer informatie met betrekking tot Duinvliet, aan het Zeeuws Archief geschonken. Het is daar dus in te zien." Andere activiteiten op Duinvliet De vermelding van het feestgedicht bij het vijftigjarig huwelijk van de heer en me vrouw Blum-de Niet leverde nog een apar te reactie op. In het gedicht wordt ook het personeel genoemd, dat onder leiding stond van Van der Driest. "Hij, met Pate nier en Jager, Maken saam' het tuinwerk klaar", staat in dat gedicht. Uit Domburg kwam de melding dat het om de tuinlieden Pattenier en De Jager zou gaan. Deze mannen werkten regelmatig op Duinvliet. Ze pleegden onderhoud aan de tuin en zorgden voor de wintervoorraad hout voor het stoken van de kachels op Duinvliet. Dat laatste karweitje probeerden de twee doorgaans zo lang mogelijk te rekken. Ze plaatsten de bok waarop de troenken 'out werden gezaagd op grote af stand van het gebouw, zodat de bewoners wel konden zien dat ze aan het werk wa ren maar niet wat ze precies deden. De twee draaiden de trekzaag om en trokken de ongetande kant van de zaag heen en weer over het hout. Op die manier wisten de tuinmannen iedereen om de tuin te lei den.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 56