Coloradokever Ook op het 'Vadertje' in de januari-Wete, dat gewijd was aan de strijd tegen de colo radokever, kwam een uitgebreide reactie. Prof. dr. Cees J. Cornelisse uit Oegstgeest mailde ons het volgende. "Het lezen van De Wete heeft voor mij als wetenschapper altijd hoge prioriteit hoewel de inhoud van de artikelen, strikt geno men, ver buiten mijn vakgebied (Moleculai re Tumorpathologie) ligt. In elke nieuwe af levering slaagt u er in om mijn belangstel ling voor de historie en microhistorie van Walcheren opnieuw te prikkelen en aan te vullen. Echter, in De Wete van januari 2013 heeft Frans van den Driest in zijn 'Va dertje' over de coloradokever mijn stoutste verwachtingen overtroffen door een onbe kend stukje van de microhistorie van mijn vader te openbaren. Het betreft de in zijn artikel opgenomen advertentie van A. Cor nelisse in De Zeeuw van 24 juni 1938 voor rugsproeiers ter bestrijding van de colora dokever. "Mijn vader had vanaf het begin van de oorlog tot in de jaren zeventig een winkel in gereedschappen en land- en tuinbouw- artikelen op de Vlasmarkt nummer 14, het huis waarin ik geboren en opgegroeid ben. Een van de vele winkels die de Vlasmarkt toen rijk was maar die nu vrijwel allemaal uit het straatbeeld zijn verdwenen. Voor die tijd heeft mijn vader enkele jaren als verte genwoordiger voor landbouwgereedschap pen gewerkt bij de toenmalige firma Wille- boordse in Serooskerke, waar hij ook mijn moeder heeft leren kennen. Het was mij echter volstrekt onbekend dat hij ook enke le jaren daarvoor al zelfstandig handelde in rugsproeiers vanuit zijn ouderlijk huis in de Eigenhaardstraat 31. Kennelijk had hij iets met rugsproeiers want behalve dat deze ook in de winkel aan de Vlasmarkt deel uitmaakten van het assortiment arti kelen, repareerde hij ze ook zelf in de tuin achter het huis, ondanks het feit dat mijn moeder zich toen al zorgen maakte over de blootstelling aan de resten van de in de sproeiers achtergebleven bestrijdingsmid delen. Gezien de toxiciteit van de toenmali ge bestrijdingsmiddelen was deze angst niet onterecht. "Eigenhaardstraat 31, het huis van mijn grootouders, roept bij mij ook veel herinne ringen op. Bijna iedere zondag, na de kerk dienst, gingen we daar op bezoek en meestal ontmoetten we daar ook ooms en tantes en neefjes en nichtjes. In de piep kleine huiskamer bespraken volwassenen dan de preek of de politiek, waarbij mijn grootmoeder, een klein en pittig in Wal- cherse klederdracht gehuld vrouwtje, vaak de discussie initieerde. Wij kinderen speel den op de vloer of keken in een bijbels platenboek met barokke taferelen uit het Oude Testament. Vooral de prenten van de Zondvloed en de legendarische daden van Simson zijn mij bijgebleven. Af en toe loop ik nog wel eens langs het huis en iedere keer opnieuw vraag ik mij af hoe daar in dertijd een gezin met tien kinderen heeft kunnen wonen. "U ziet wat De Wete vermag in het oproe pen en aanvullen van herinneringen, en ik wil u als redactie daar graag mee compli menteren." Hier wordt de redactie een beetje verlegen van. Beeldredacteur Johan Francke diepte de advertentie van Cornelisse senior op uit de Krantenbank Zeeland, een waardevolle bron. En Frans van den Driest was inder daad weer eens aardig op dreef.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 57