kunst van en voor het volk, door het volk
gewaardeerd en begrepen. Academische
regels tellen niet, volkskunst maakt gebruik
van traditionele stijlen en van symbolen,
vaak regionaal van karakter, waarvan de
betekenis niet altijd nog bekend is. Veelal
gaat het bij volkskunst om gebruiksvoor
werpen waarbij de functionaliteit dus voor
naar ovaal, het heft kreeg een conische
vorm. Er kwam een bekroning op het heft:
een sculptuur van een liggend leeuwtje.
Aan de achterkant van het heft werd een
kooitje uitgestoken op een min of meer
rond balletje na - de geest van het mes.
Het liggende leeuwtje werd later opgevolgd
door een zittend leeuwtje dat de voorpoten
CoiHeiiu de paysans de l'ile de Walcheren. Dessin de B. Bonnafoux, d'après une photographie.
Tekening van een paeremesdoor Alphons DiT
lens. (uit: C.T.H. de Coster, 'La Zélande',
1874. Tekeningen en prenten, Zeeuwse Biblio
theek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 1525)
opstaat. Ze werden veelal (in opdracht)
vervaardigd door plaatselijke ambachtslie
den. Ook elders in Nederland, zoals in
West-Friesland, werden mesheften gesne
den, maar alleen in Zeeland is de traditie
van het snijden door nieuwe generaties
opgepakt. Daarmee is het ook een Zeeuw
se traditie geworden.
In de diapresentatie van Frans Dingeman-
se passeerden veel voorbeelden van pae-
remessen de revue. We zagen behalve de
boerenzakmessen ook tafelmessen uit
voorgaande eeuwen, met rijk gedecoreer
de zilveren en ivoren heften, en tafelmes
sen met palmhouten gesneden heften.
Twee 'allochtone' messen lieten zien dat
het kooitje niet specifiek Zeeuws is.
Frans wees ons op de stijlkenmerken en
de motieven die worden gebruikt. Na 1800,
parallel aan de ontwikkeling van de
Zeeuwse hoerendracht, deed het gesne
den boerenzakmes zijn intrede. De door
snee van het mesheft evolueerde van rond
op een lage balustrade laat rusten. Op het
heft werden non-figuratieve motieven afge
wisseld met bladeren en bloemen. Vaak
werden christelijke voorstellingen en sym
bolen gebruikt. Voor de katholieke boer
was een weergave van de kruisiging niet
ongewoon, maar steeds vaker refereerden
de voorstellingen op het heft aan het dage
lijks leven. Zo gingen landbouwtaferelen
een rol spelen, en werden de gereed
schappen waar de boer mee werkte, uitge
beeld. De timmerman, die ook wel zo'n
mes kon gebruiken, liet er zijn gereed
schap op uitbeelden.
De bekroning met het zittende leeuwtje
werd verdrongen door een bekroning met
een span paarden. De paarden werden af
gebeeld etend uit een op een steuntje ge
plaatste voerbak. Toen de bak plaatsmaak
te voor een grote ovale mand, de bagge,
was het prototype van het Zeeuwse paere
mes geboren.
Veel paeremessen zijn op dit prototype te
rug te voeren, maar de variatie blijft over
weldigend groot. Soms bestond het heft uit
één plastische vorm, bijvoorbeeld de peli
kaan die zich in de borst pikt, maar uiter
aard leenden ook Adam en Eva zich goed