Een walbaan?
Leven en werken aan boord van het lichtschip Noord Hinder
Lichtschepen
In 1814 had Nederland zijn eerste licht- of
vuurschip. De eerste vuurschepen waren
niet als zodanig gebouwd, het waren om
gebouwde of aangepaste vaartuigen van
diverse soort en makelij. In totaal zijn er
bijna veertig van dit soort schepen ge
weest. In 1858 werd het eerste echte Ne
derlandse vuurschip gebouwd, de Nr. 1,
voor positie Noord Hinder. In totaal zijn er
twaalf specifiek voor dat doel gebouwde
en tevens genummerde lichtschepen ge
weest. Er deden nooit meer dan acht van
die lichtschepen tegelijk dienst. Deze Ne
derlandse lichtschepen hadden, in tegen
stelling tot vele buitenlandse lichtschepen,
geen eigen voortstuwing.
Na 1960 lagen langs de Nederlandse kust
nog vier lichtschepen: de Terschellinger-
bank, de Texel, de Goeree en de Noord
Hinder, maar door de verbeterde navigatie-
technieken voor de zeevaart zijn die nu
niet meer nodig. Van deze vier hebben al
leen de Noord Hinder en de Texel nog een
aantal jaren geautomatiseerd en onbe
mand dienst gedaan. De Goeree verdween
op 14 september 1971 en werd vervangen
door een vast licht, Goeree Platform. De
Terschellingerbank werd op 16 april 1975
buiten dienst gesteld - het werd reserve
schip - en werd vervangen door een grote
lichtboei met een racon (radarbaken). De
Terschellingerbank die - onbemand - op
positie Texel lag, sloeg op 2 oktober 1991
los van haar ankers en strandde nabij Pet
ten. Het schip werd ter plekke gesloopt en
toen bestond positie Texel ook niet meer.
Als laatste verdween de - ook onbemande
- Noord Hinder op 21 maart 1994, want in
die tijd werden de verkeersscheidingsstel-
sels gewijzigd en werden er op belangrijke
posities grote op zonne-energie werkende
lanby's (large navigational bouys) gelegd.
De Nr. 12 - Noord Hinder - ligt thans als
museumschip in Hellevoetsluis, de Nr. 10 -
Texel - ligt in museumhaven Willemsoord
in Den Helder.
De moderne zeeman heeft voor zijn navi
gatie de lichtschepen niet meer nodig.
Maar bij de gepensioneerde bemannings
leden zijn de verhalen over het leven en
werken aan boord van de schepen nog
springlevend. Verhalen uit de tijd dat licht
schepen onmisbaar waren...
Alex Haarsma (oud-kapitein) en Willem
Beijer (oud-matroos) vertellen hier hun ver
haal. Ook Ambro Dobbenga, gepensio
neerd loods en medewerker van het nau-
tisch-maritiem maandblad De Blauwe
Wimpel, die extra informatie gaf over bo
vengenoemde loodsboten, is hier nog even
aan het woord. Tijdens ons gesprek bleek
namelijk dat hij nog een tijdje als stuurman
heeft afgelost op de Noord Hinder.
Willem Beijer
Willem Beijer (1941) is afkomstig uit Schie
dam. Zijn vader Johannes had een bewo
gen leven; hij was binnenschipper en emi
greerde diverse keren naar Amerika. Met
zijn vrouw en een broer deed hij daar aller
hande werk. Hij bouwde huizen, verkocht
ze en kwam dan weer terug naar Neder
land. Dan kochten ze een binnenschip,
voeren er een tijdje mee, totdat ze weer
naar Amerika emigreerden. En dit zeven
keer! Zijn laatste schip was de Joma, een
skütsje met de maat van Bolsward.1
Willem woonde met ouders, twee broers
en een zus op het thans verdwenen