Walcheren
van de kaart
18
Walcherse walvisvaarders op Spitsbergen
(vervolg 'Kent u ze nog?'
naam, soms hun bijnaam en soms ook
hun woonplaats heeft genoteerd. Een lijstje
met deze gegevens genoteerd op de ach
terzijde van een kalenderblad, ligt los in
het boek.
Aan de lezers van De Wete nu de volgen
de vragen: zijn de onderschriften (naam,
eventuele bijnaam, eventuele woonplaats)
onder de foto's juist? En zijn er wellicht na
dere gegevens te melden aangaande de
geportretteerden? Interessant daarbij is
natuurlijk vooral de vraag: was Jac. Simon-
se inderdaad een slimme boer, en Jan
Houterman van Meliskerke een oubollige?
Heeft Houwink het juist gezien, door Kees
Langebeeke van Serooskerke neer te zet
ten als een blijmoedige? En wat mij ook in
trigeert: hebben deze boeren erin toege
stemd om op de foto in dit boek terecht te
komen? Bij ten minste één hunner (Marien
Vader) meent Houwink "schroom voor den
fotograaf" te bespeuren. Kortom, wie kent
ze nog, de geportretteerden?
Aad de Klerk
1Zie verder over Roel Houwink:
http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/
BWN/lemmata/bwn4/houwink.
Aan de rand van het noordelijk halfrond,
ver boven Noorwegen, ligt, omgeven door
het poolijs, Spitsbergen, 's Zomers is het
er 24 uur licht en een paar graden boven
nul, in de winter is het 24 uur donker en
kan de temperatuur tot veertig graden on
der nul zakken. In het noorden van Spits
bergen liggen op Amsterdameiland de res
tanten van de nederzetting Smeerenburg.
Dit walvisvaartstation werd in de zeven
tiende eeuw ook door Walcherse walvis
vaarders gebruikt. Enkele restanten van
gebouwen en traanovens van de diverse
kamers van de walvisvaarders getuigen
daarvan.
Walcherse walvisvaart
rond Spitsbergen en Jan Mayen
Eind zestiende eeuw ontstond er door de
snelle bevolkingsgroei in Europa een grote
vraag naar goedkope olie. Tegelijkertijd
werden er, als gevolg van de overgang op
graanteelt, te weinig oliehoudende zaden
geteeld. Traan gekookt uit spek van dieren
was het vervangingsmiddel van plantaardi
ge oliën.
In 1614 werd in de Republiek de Noordse
Compagnie opgericht, die rondom het ei
land Jan Mayen en bij Spitsbergen op wal
visvangst ging. Pas toen het eerste octrooi
afliep, in 1617, stapten de Walchenaren
als Zeeuwse kamer in de onderneming.