22 en vloer van het huis zat zand afkomstig uit de Oosterscheide. Dit huis werd door Vlissingse en Middelburgse walvisvaarders gebruikt. Aan de hand van dit archeologisch onder zoek en schriftelijke bronnen heeft Hac- quebord de volgorde van de traankokerijen van west naar oost bepaald: Hoorn/Enk huizen, Delft, Denemarken, Veere (na 1635 Hoorn/Enkhuizen), Vlissingen, Mid delburg, Amsterdam. De Amsterdamse oven is inmiddels in zee verdwenen, maar van de andere ovens zijn nog restanten zichtbaar. Op Zeeusche Uitkijck bevindt zich een centrale begraafplaats aan de zuidkust van het eiland, ten noorden van de tweede traanoven. Daar liggen 185 graven. Verder liggen er verspreid over het eiland nog tien graven. In de vrije periode van de walvisvaart, na circa 1644, maakten veel schepen gebruik van de ovens die bij Zeeusche Uitkijck aanwezig waren. In ieder geval had in 1650 een Zeeuwse rederij daar een traan- kokerij. De traankokerijen van Smeeren- burg en Zeeusche Uitkijck werden na 1671 niet meer gebruikt. Door de strengere vorstperiodes in deze kleine ijstijd werd het seizoen flink korter, waardoor het minder lucratief werd om naar Spitsbergen toe te gaan. Hoewel Smeerenburg op een tweetal over winteringen na alleen als zomerverblijf in gebruik was, moeten de omstandigheden er weinig rooskleurig zijn geweest. De op gegraven en onderzochte doden hadden een opmerkelijk hoog gehalte aan fractu ren, 80 procent leed aan scheurbuik en één op de vijf had lumbosacrale anoma lieën (scheefstand van de onderrug). Uit het dagboek van de dood gevonden Mid delburgse overwinteraar Andries Jansz. vallen op 26 februari 1635 de volgende, weinig opbeurende woorden op te teke nen: "Wy leggen met ons vieren, die noch in 't leven syn plat te koy [bed], Wy souden wel eten, wasser een soo kloeck dat hy uyt syn koy komen konde om vyer aan te leg gen. Wy konnen ons niet vjerrjoeren van pyn. Wij bidden Godt met gevouwen han den, dat hy ons uit dese benaude werelt verlossen wil..." Johan Francke Bronnen: - Louwrens Hacquebord, 'Smeerenburg. Het verblijf van Nederlandse walvisvaarders op de westkust van Spitsbergen in de zeventiende eeuw', Groningen 1984. - Louwrens Hacquebord, 'Smeerenburger spek en Groenlandse traan. Nederlandse walvis vaart in het Arctisch gebied', in: Diederik Veer man (red.), 'Tegenpolen. Op expeditie naar contrastrijke poolgebieden'Zutphen 2008, p. 79-88. - Louwrens Hacquebord en Willem Vroom (red.), 'Walvisvaart in de Gouden Eeuw. Op gravingen op Spitsbergen'Amsterdam 1988. - G. Lutke Meijer, 'De walvisvaart', Amster dam 1985.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2013 | | pagina 24