Het onderhoud van de stadsarenden
Voor het onderhoud van de arend(en)
werd jaarlijks tussen de £Vls. 12 (in 1621-
1622) en £Vls. 6:13:4 (in 1683) betaald,
waarbij gedurende lange tijd £Vls. 8:6:8
(het exacte equivalent van 50 gulden) de
standaardvergoeding lijkt te zijn geweest.
Het Pond Vlaams (£Vls.) was de rekeneen
heid in Zeeland, maar waarschijnlijk was
de gulden in het betalingsverkeer courant.
Het vaste bedrag zal gebaseerd zijn ge
weest op een vergoeding waarvoor de ver
zorger de vogel op jaarbasis werd geacht
te voeden en verzorgen, en niet op de wer
kelijke kosten. Uit dit bedrag blijkt wel dat
de arenden bepaald geen goedkope vo-
Tekening van het stadhuis van Middelburg om
streeks 1855, door G.J. Scheurleer. (Zeeuwse
Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, tekeningen en
prenten, recordnr. 668)
gels waren. Een gewone arbeider verdien
de in de zeventiende eeuw tussen de 150
en 180 gulden op jaarbasis. De aanschaf
kosten van de arend varieerden tussen
1595 en 1791 tussen de £Vls. 1:15:4
(1774) en £Vls. 5:10:3 (in 1679) waarbij
een prijs van iets meer dan £Vls. 4 (circa
€11,-) normaal lijkt te zijn geweest. Een
en ander zal afgehangen hebben van de
leeftijd van de vogel, waarbij nestvogels
het goedkoopst geweest zullen zijn. Uit
deze prijs blijkt opnieuw dat zo'n vogel
naast de verzorging ook duur in aanschaf
was.
De arenden werden waarschijnlijk verzorgd
door een stadsbode en in ieder geval van
af 1656 door de conciërge van de herberg
De Roode Leeuw.10 Voor wat betreft het
jaar 1693 is de naam van die conciërge
zelfs bekend; dat was Jan van de Groene-
wal." De Roode Leeuw was oorspronkelijk
m i ii ii h i. it i it i;