Oranje japon 15 Een propagandastunt van de prinsgezinden bekende, tegenover Der Boede gelegen villa Moesbosch in Koudekerke. Na de Franse aanval, waarbij de kolonie bijna als verloren werd beschouwd, kreeg Berbice in 1714 een groep nieuwe eigena ren. Dat waren de Amsterdamse kooplie den Nicolaas en Hendrik van Hoorn, Ar nold Dix en Pieter Schuurmans. Toch bleef een nazaat van Abraham van Pere, Corne lls van Pere, die een kwart deel bezat, er nog een aantal jaren een vinger in de pap houden. Met de oprichting van de Sociëteit van Berbice, in 1720, groeide de kolonie uit tot een wingewest met tussen 1730 en 1740 meer dan honderd, voornamelijk particulie re plantages. Die lagen zowel aan de oost als de westoever van de rivier, en aan de Canje, een zijarm van de Berbice. Wie het wel en wee van de plantages in de West bestudeert, zal opmerken dat er nog meer Walcherse plaatsnamen in de regio zijn te vinden. In de kolonie Essequibo wa ren twee plaatsen met de naam Domburg, een Nieuw Middelburg en ook een Wester- Souburgh. De laatste was een plantage van de WIC. Bovendien was er nog een suikerplantage met de naam Nieuw Wal cheren. Aan de Demarara-rivier bevond zich de koffieplantage Vlissingen, gelegen aan de oostzijde van de rivier. Het grondgebied van deze voormalige plantage is allang op geslokt door de uitbreidingen van de hoofdstad van Guyana, Georgetown. Jaco Simons Enige tijd geleden kocht ik op een veiling een zeldzaam pamflet. Het is geschreven naar aanleiding van een opmerkelijke vondst die grafdelver Jan Priegel in 1787 deed bij het graven van een graf in de Klei ne Kerk in Veere. De Veerse boekdrukker C.M. van de Graaf heeft het gedrukt en het draagt als titel Gedachtenis. Het begint als volgt: "Een Zeldzaame Gebeurtenis on langs Voorgevallen binnen Veere op den 14 December 1787, in de Kleene-Kerk, by het maaken van een Graf, door den Dood Graver Jan Priegel, opgedolven, een Oran ge Zyde-Vrouwe-Japon, waar van het Li chaam en ook de Beenen verteerd waaren en zonder twyffel meer dan één Eeuw, in 't Graf, geweest had, Zynde het Kleed, en voering zoo in Stand gebleven, in sterkte en kleur, tot verwondering van een yder. Jammer is 't dat veele lieden die dit won der kwaamen zien, Lappen afsneeden, en niet geheel bewaard is gebleven, maar den toeloop van Volk was niet te stuiten."1 Het pamflet vervolgt met een tienregelig vers waarin de schrijver zijn verwondering uit over deze macabere vondst, en dat ein-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 17