In het lidmatenboek van de lutherse kerk in Middelburg staat dat op eerste pinkster dag 1770 Johan Melchior Priegel uit Stein- bach als lidmaat is ingeschreven. Omdat de naam Priegel in de achttiende eeuw in Zeeland niet voorkomt, moet dit de Jan zijn die men in Veere ook wel Johan noemde. In de begraaflijsten van Middelburg komt Johanna Louisa Pri(e)gel voor die op 20 april 1776 op het Oostkerkhof is begraven. Vier dagen ervoor was ze in een huis in de Branderij gestorven. Jan heeft dus in Mid delburg in die straat gewoond. Hij was ge trouwd met Hendrina Jeanne van Leeu wen, uit welk huwelijk, voor zover bekend, in de provinciehoofdstad nog drie andere kinderen zijn geboren, Maria in 1775, Hart man in 1777 en Johanna in 1779. Veere De naam van Jan Priegel komt voor het eerst in Veere voor als hij op 16 april 1783 voor veertig gulden van de stad een huis in het Oranjestraatje koopt. Een maand la ter solliciteerde hij bij het stadsbestuur naar de functie van assistent-wijn- en bier werker, grafdelver en oppasser in de kerk. Hij werd aangenomen en op 24 mei vond zijn benoeming plaats, nadat hij eerder die dag als poorter was ingeschreven. Als grafdelver volgde hij Gerard van Oosten op die kort daarvoor gestorven was. Vanaf die datum sjouwde Jan elke dag met zijn kar door Veere om bier uit brouwerij De Mey- boom in de Wagenaarstraat en vaten wijn uit de geloste schepen naar de pakhuizen, handelaars en winkeliers in de stad te brengen. Daarnaast groef hij om de paar dagen een graf voor een overleden stad genoot. Op 26 juni 1787 verkocht hij voor zestien gulden zijn huis in het Oranjestraatje. Waarschijnlijk was hij toen al naar de twee naast elkaar staande huizen in de Wage naarstraat verhuisd die hij drie jaar later voor 72 gulden van de stad zou kopen. Na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwde hij op 1 oktober 1790 met Anna Lievense de Vries. Vier jaar later volgde hij Guilliam Mulder op als klapwaker2 en nog weer een jaar later werd hij volwaardig wijn- en bierwerker. Rond 1800 verhuisde hij met zijn gezin naar een huurhuis op de Kaai. Zijn oudste zoon hielp hem intussen bij zijn werk. Door nog onbekende oorzaak werden beiden half december 1807 uit de stadsdienst ontslagen. Korte tijd later kreeg Jan opnieuw een grote teleurstelling te verwerken toen op 7 februari 1808 zijn vrouw overleed. Maar hij zat niet bij de pakken neer en binnen korte tijd trouwde hij met de in 1751 in Nieuwland geboren Maria Maranus. Intussen was hij met zijn gezin bij de loods en beurtschipper Mari- nus van Boven in Het Waterschip op de Kaai ingetrokken. Alleen zijn dochter Jo hanna woonde toen nog bij hem thuis. Niet lang heeft zijn huwelijk met Maria geduurd, want op 5 november 1808 stierf Jan op 54- jarige leeftijd. Een begrafenis in de kerk zat er voor hem niet in en drie dagen later werd hij net als de meeste Veerenaren op het Schafferskerkhof naast de Grote Kerk begraven. Voor zover bekend zijn uit zijn drie huwelijken tien kinderen geboren, waarvan er zes op jonge leeftijd zijn over leden. Zou Jan, die maar een eenvoudige arbei der was, de gave hebben gehad om zijn gedachten zo netjes op papier te zetten? Die kans is zeer gering, zeker omdat hij als grafdelver de begraafbriefjes niet zelf heeft ingevuld. Het is nog maar de vraag of hij kon lezen en schrijven. Omdat het

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2014 | | pagina 19