33
mens... helemaal niet zoals in het boek!
De moeder komt uit Amsterdam en de va
der is een Fries. Het is dus niet voor niets
dat het hoofdstuk dat verhaalt over hun
aankomst in Zeeland - de eerste periode
woont het gezin in Vlissingen - 'Op vreem
de bodem' heet.
De eerste kennismaking van het gezin met
die stad is een wandeling over
de boulevard onder leiding van
"meneer Breemer", in wiens huis
ze tijdelijk wonen. Door het beel
dende talent van de schrijver
wordt het lezen een bijna zin
tuiglijke ervaring:
Nadat ze onder het bolwerk
door waren gelopen, stonden
ze op de smalle houten pier
die daar een eind in zee
stak. Het geluid van de gol
ven was hier nog sterker. Onder hun
voeten woelde en klotste het water.
Stralend keek Dina om zich heen. "Wat
heerlijk is het hier", zei ze tegen
meneer Breemer.
Later verhuist het gezin naar Goes. Net als
op Walcheren gaan ze daar niet kinderach
tig om met achtjarigen. Abel krijgt zijn eer
ste zwemles in het Goese Sas in de
maand mei(l):
Er snerpte een fluitje. Een jonge vrouw
in badpak verscheen voor de haag van
moeders en kinderen. "Ik bin dus Coc
ky Dekker," zei ze in dialect, "en ik doe
dus vandaeghe de zwemlesse en vol-
ghende weeke ök en eighentlijk 'eel de
zeumer eeh."'"t Is a'rs nog wê fris
jes, kinders. Mae a'julder eenmael in
't waeter stae, dan went 't wê."
Het Goese Sas blijft een plek waar Abel
vaak is te vinden, steeds eenzaam, verlan
gend contact te maken met de andere jon
gens, maar dat lukt hem niet. Hij trekt zich
ook vaak terug op het erf van een verval
len boerderij en in de duinen. Wellicht
dankt hij zijn liefde voor de natuur en zijn
enorme observatievermogen - heel bijzon
der voor zo'n jonge jongen - aan die een
zaamheid.
Vanuit Goes maakt de familie menig
stranduitje naar Domburg en,
zoals hieronder, naar Vlissin
gen. Prachtig beschreven, maar
echt gezellig wordt het ook hier
niet:
Op het strand was de stemming
omgeslagen. Zijn vader had op
dracht gegeven tot de terug
tocht om op tijd thuis te zijn
voor de kerkgang. Hij moest het
orgel bespelen en degenen die
die ochtend "niet waren ge
weest" zouden hem vergezellen. Nie
mand had er zin in. Bij het paalhoofd,
in afwachting van de terugkeer van
Abel en Digna, werd er gemord. Waar
om reed hij niet alleen terug om op zijn
orgel te spelen? De anderen konden
dan blijven. Met wat passen en meten
konden ze met z'n zevenen wel in die
ene auto.
En naar Domburg.
Een week later dacht hij op een avond
terug aan de paalhoofden. Hij zat in de
leunstoel naast zijn bed, onderuitge
zakt, met een boek op zijn knieën, en
opeens stond hij weer op het strand
van Domburg. Hij herinnerde zich de
lange schaduwen, de serene atmo
sfeer, hoe hij over de palen de zee in
was gelopen en het gevoel van myste
rie dat hem daar had bevangen, alsof
hij aan de grens van een andere we
reld was gekomen. Roerloos stond hij