4
schoenmaker kwam op de ledenlijst niet
voor.
Op 28 november 1899 kwamen in het
Schuttershof te Middelburg ongeveer vijftig
notabelen bijeen om een Middelburgse
N.Z.A.V.-afdeling op te richten. Burge
meester jhr. mr. L. Schorer lichtte het doel
van de vereniging toe en twintig aanwezi-
Marie Berdenis van Berlekom, zoals afgebeeld
bij het in memoriam in tijdschrift 'De vrouw
en haar huis', 1921-1922, 16. Koninklijke Bi
bliotheek, Den Haag)
gen gaven zich meteen op als lid. Dat wa
ren er te weinig om een afdeling te kunnen
oprichten en een bestuur te kiezen, want
de statuten van de N.Z.A.V. vereisten daar
voor minstens vijftig leden. De initiatief
nemers werd daarom verzocht de nodige
leden te werven en al op 20 december wa
ren er voldoende leden (64) om alsnog
een Middelburgse afdeling te kunnen op
richten. Jhr. Schorer werd voorzitter, ge
meenteraadslid W.J.J. Koole werd secreta
ris en J.A. Zip, commissionair in effecten,
werd penningmeester. De andere be
stuursleden waren de heren C.L. van
Woelderen, directeur van de Stoomvaart
Maatschappij Zeeland, en M. Fokker, ge
meenteontvanger.
Men verzocht het hoofdbestuur om toezen
ding van de statuten van de afdeling Haar
lem, die na enkele wijzigingen ook voor
Middelburg zouden kunnen gelden. De
contributie bedroeg drie gulden per jaar;
om meer leden te kunnen winnen werd
voorgesteld die te verlagen tot één gulden.
Desondanks vormden de leden ook in Mid
delburg qua status geen uitzondering op
het landelijke beeld: arts, apotheker, be
stuurder, middenstander, enzovoort. In mei
1900 trad Marie Berdenis van Berlekom
toe tot het bestuur.
Krijgsgevangenen
Het uitbreken van de Tweede Boerenoor
log was ook hier aanleiding voor het orga
niseren van hulpacties. In Vlissingen kwa
men een Transvaalcomité en een afdeling
van het Christelijk Nationaal Boeren Co
mité van de grond en in Middelburg werd
het Middelburgsch Damescomité voor de
Boerenkrijgsgevangenen opgericht. Het
bestuur hiervan bestond uit E. Schorer-
Plaat, echtgenote van de burgemeester en
voorzitster, Marie Berdenis van Berlekom,
secretaris, en N. Ghijsen-Proos, penning
meester, en deze drie dames waren uiter
aard ook lid van de Nederlandsch Zuid-
Afrikaansche Vereeniging. Aanvankelijk
was het de bedoeling van het damesco
mité alleen krijgsgevangenen te helpen,
maar later werden ook de vrouwen en kin
deren die in aparte kampen zaten ge
steund. Die steun verliep via een contact
persoon in Kaapstad.
Marie Berdenis van Berlekom heeft bij