57
kampen waarin de Molukkers werden op
gevangen. Het was ooit gebouwd voor de
huisvesting van arbeiders die door de
Dienst Uitvoering Werken werden inge
schakeld voor de wederopbouw van Wal
cheren. Er kwamen aanvankelijk ongeveer
25 gezinnen te wonen, veelal aanhangers
van de PNMS, een nogal radicale politieke
stroming waarvan Siwalette de leider was.
Een sociale onruststoker, aldus het CAZ.
De PNMS legde zich niet neer bij de zelf
zorgmaatregel: "Wij zijn militairen en de
staat dient voor ons te zorgen." De keuken
tjes werden door de bewoners met dezelf
de snelheid afgebroken als waarmee ze
geplaatst waren. Al snel was er te weinig
te eten in het kamp en dat merkten de
boeren in de omgeving. De kippenboer
miste ineens honderd kippen en bij de
melkboer en de bakker werd gewinkeld
met de mededeling dat de koningin wel
zou betalen. Burgemeester Tydeman, die
evenals zijn baas, minister van Justitie
Samkalden, een rechtlijnige gezagshand-
haver was met een verleden in het verzet
tijdens de oorlog, sprak van straatroof en
stuurde de politie (de Harde Bijstand) op
het kamp af, gehelmd en met de karabijn
in de aanslag.
Er hoefde niet veel te gebeuren om de ver
houdingen totaal te laten ontsporen. Dat
gebeurde dan ook. Toen twee Molukse
mannen het kamp op de fiets verlieten,
werd een politieagent waarschijnlijk per
ongeluk aangereden. Er ontstond een drei
gende situatie en er werd geschoten. Vol
gens de autoriteiten werden er vier scho
ten gelost; er waren evenwel negen ge
wonden, van wie er twee slecht aan toe
waren. De politie bracht alle Molukse man
nen uit het kamp op. En hoewel de rechter
de politieke achtergrond van de situatie er
kende, veroordeelde hij hen tot vier maan
den gevangenisstraf - waarvan twee voor
waardelijk.
De vrouwen en kinderen bleven nagenoeg
zonder geld en voedsel achter. Kinderen
werden op pad gestuurd om te bedelen, of
om te stelen als het zo uitkwam. De indruk
bestaat dat de Westkapelse bevolking daar
meer begrip voor had dan de autoriteiten,
die deze periode gebruikten om het kamp
te omheinen en van schijnwerpers te voor
zien. Bij de uitgang kwam een vaste poli
tiepost. Kamp Westkapelle was een inter
neringskamp geworden waarnaar ook las
tige PNMS-gezinnen van elders werden
overgebracht. Wie het kamp wilde verlaten
had een vergunning nodig en die werd niet
zelden geweigerd. De kampbewoners wer
den in naam van de koningin uitgehon
gerd. Goedwillende Westkappelaars werd
geweigerd hulp te bieden. Artsen daaren
tegen werkten mee aan de registratie van
verzuim. Wie te lang wegbleef van een
doktersbezoek kon twee dagen naar het
gevang. Het grootste deel van de pers
vond het allemaal best; in hun visie waren
de Molukkers toch te lui om te werken. De
autoriteiten overwogen zelfs om alle Mo
lukse ouders uit het ouderlijk gezag te ont
zetten.
Uiteindelijk bleek dat het overgrote deel
van de Molukse gemeenschap in Neder
land niet achter de acties van de PNMS
stond. Westkapelle zou volgens voorman
Manusama het aanzien van de Molukse
gemeenschap in Nederland schaden. Dat
deed Siwalette in augustus 1957 besluiten
de acties te beëindigen. Het spleet de Mo
lukse gemeenschap van Westkapelle. Een
aantal Molukkers, onder wie Siwalette zelf,
besloot naar Indonesië terug te keren. Voor
hen was duidelijk dat zij onder de Javanen