13 Burgemeester mr. dr. J. van Walré de Bordes wijst Seyss lnquart op de verivoesting, 11 juni 1940. Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 67091. ZA, AdB 77). Enkele dagen later werd zijn vrees bewaarheid. Op 17 mei slaagde rond het middaguur een kleine Duitse troepen macht er in om over de Sloedam te komen en een bruggenhoofd te vestigen op nog geen zes kilometer afstand van de Middel burgse binnenstad. De Duitsers kwamen vervolgens onder zwaar spervuur te liggen van Franse mitrailleurs, artillerie en scheepsgeschut. De voorhoede van SS- troepen rukte niet verder op maar groef zich in. In deze patstelling beschoot Franse artillerie vanuit Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren de Sloedam, terwijl Duits ge schut op Zuid-Beveland de Franse verdedi gingslinies op Walcheren onder vuur nam. In dit artillerieduel, dat de hele middag aanhield, werd ook Middelburg af en toe getroffen. De brand die de Middelburgse binnenstad verwoestte, was daarom het gevolg van tactisch storingsvuur en niet van een strategisch bombardement. Volgens Van Gent is een juridische veroor deling van het bombardement van Middel burg op basis van het humanitaire oorlogs recht lastig. Een strikte hantering van het LOR lijkt onterecht vanwege het feit dat verschillende artikelen onvolledig en verou derd waren. Deze werden dan ook door alle strijdende partijen genegeerd, waar door de Middelburgse tragedie allesbe halve uniek was. In de Tweede Wereld oorlog werd het bombarderen van burger doelen schering en inslag. Ook de geal lieerden benutten hun overwicht aan vuur kracht optimaal. Burgers werden vaak het slachtoffer van de collateral damage die het gevolg kon zijn van deze wijze van oor logvoering. Zo schroomden de geallieerden bijvoorbeeld eind 1944 niet om geheel Wal cheren onder water te zetten om de Duit sers te verdrijven. Naar aanleiding van het artikel van Van Gent klom Van der Weel, in samenwerking met oud-rechter en oud-militair L.W. van de Merbel, andermaal in de pen. In hun weer woord, dat begin 2012 opnieuw in het tijd schrift Zeeland verscheen, verwierpen zij grotendeels Van Gents interpretaties. Zij beschouwden het bombardement op Mid- delburg wel degelijk strijdig met het huma nitair oorlogsrecht. Over de door Van Gent aangehaalde conventies uit de jaren dertig stelden zij dat deze regelingen niet van kracht waren en daarom geen geldings kracht bezaten (pp. 18, 20). Klaarblijkelijk was hier sprake van voortschrijdend in zicht, want in de publicatie van zijn jeugd herinneringen uit 2004 Opeens was alles anders) betrok Van der Weel nog wel na drukkelijk de Hague Rules of Air Warfare in zijn argumentatie dat Middelburg het slachtoffer was geworden van een terreur- bombardement: "Volgens sommigen heb ben zij zelfs de status van gewoonterecht (recht dat geldt ondanks het ontbreken van een formele grondslag)" (p. 161). Zonder dat er een bewijs werd geleverd spraken

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 15