16
de bocht. Goossens heeft in Franse mili
taire archieven enkele nieuwe documenten
gevonden en hij heeft ook foto's van een
Duitse batterij bij Lewedorp boven tafel ge
kregen, maar hij slaagt er niet in zijn these
met overtuigende bewijzen te onderbou
wen. De auteur baseert zich onder andere
op ooggetuigen, vondsten van blindgan
gers, foto's van de inslagen en Franse ver
slagen. Verschillende ooggetuigen in
Middelburg hebben gemeld dat de grana
ten die Middelburg troffen vanuit het zuiden
zouden zijn afgeschoten. Deze moeten vol
gens Goossens afkomstig zijn van de
Franse artillerie in Zeeuws-Vlaanderen of
van Franse schepen op de Westerschelde.
Het probleem met deze waarnemingen is
echter dat een deel van het Duitse ge
schut, dat ten zuidwesten van Lewedorp
stond opgesteld, zich ook ten zuiden van
de Middelburgse binnenstad bevond. Kees
van Westreenen, die als jongen van veer
tien ooggetuige was, schreef in zijn com
mentaar op Gestold Verleden dat hij vlak
bij zijn ouderlijk huis aan het begin van de
Lange Noordstraat twee inslagen heeft
waargenomen (tegen een boom in zijn tuin
en tegen een huisje naast de Engelse
Kerk) die onmogelijk vanuit het zuiden kon
den zijn afgevuurd. Op pagina 119 schrijft
Goossens dat uit archiefonderzoek blijkt
dat in het centrum van Middelburg uitslui
tend Franse blindgangers zouden zijn ge
vonden. Het is echter onduidelijk welke
archieven hij heeft geraadpleegd. Op het
lijstje van zes meldingen van Franse blind
gangers in Gestold Verleden (p. 79) staat
de verklaring van een sergeant van de
kustartillerie dat hij in de Lange Noord
straat (tussen het stadhuis en de kerk) een
niet-ontplofte granaat heeft zien liggen. Op
Van Westreenen, die daar toen woonde,
kwam dit relaas als weinig plausibel over.
Aan beide kanten van de straat stonden
volgens hem huizen in brand, dus er was
geen tijd om een dergelijke blindganger te
bestuderen. Bovendien heeft hij het verhaal
van de blindganger in zijn straat later nooit
gehoord, ook niet van degenen die daar op
17 mei aan het blussen waren.
In Gestold Verleden wordt ook burgemees
ter Van Walré de Bordes als een soort
kroongetuige opgevoerd. Hij zou op 17 mei
hebben waargenomen dat zijn stad door
Franse artillerie was beschoten (pp. 70-71
97, 100-101). In 2014 verscheen een bio
grafie over Van Walré de Bordes ('Zijn open
eenvoud was zijn grootste charmeAuteur
Jan Zwemer gaat daarin ook in op de
vraag of de burgemeester wist wie verant
woordelijk was voor de ramp die zijn stad
trof. Zwemer schrijft dat kort na de over
gave, mede door de uitlatingen van de bur
gervader, verwarring ontstond over de
toedracht van het bombardement. In de
Hannoverischer Anzeiger, die op 24 mei
1940 verscheen, werd Van Walré de Bor
des geciteerd. Hij zou uit de schootrichting
hebben kunnen vaststellen dat Franse gra
naten Middelburg hadden getroffen. Het
krantenartikel was geen officieel interview
- de burgemeester had op 18 mei een
Duitser op straat gesproken zonder te be
seffen dat het een journalist betrof - en be
vatte enkele pertinente onjuistheden. In zijn
privéarchief (ZA, AdB) is het krantenbericht
te vinden met daarop de kanttekeningen
van Van Walré de Bordes. "Onzin" schreef
hij vijfmaal op het stuk, onder andere bij
het bericht dat de autoriteiten in Middel
burg niet wisten dat Nederland op 14 mei
gecapituleerd had. Goossens (pp. 114-116)
en Zwemer (p. 102) constateren dat de bur
gemeester opmerkelijk genoeg geen com-