17
Prinses julicina onthult oorlogsmonument Een
Gestolde Herinnering aan de Nieuwe Burg,
vijftig jaar na het bombardement op Middel
burg, 1990. Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank
Zeeland, (jaap Wolterbeek) rec.nr. 109859.
mentaar had op de mededeling: "Jetzt wus-
sten wir, dass es sich um französische
Granaten handelt." (Wij wisten nu, dat het
Franse granaten betrof.) De bewering in de
krant dat onduidelijk zou zijn geweest waar
de eerste granaten vandaan zouden zijn
gekomen, ontkende hij echter evident door
zijn opmerking: "Integendeel, zij kwamen
van Zuid-Beveland." Zwemer meldt dit laat
ste feit wel, maar Goossens niet. Van Walré
de Bordes schrok zo van alle consternatie
die zijn uitspraken hadden veroorzaakt, dat
hij later afstand nam van alle zinspelingen
op een Frans aandeel in de verwoesting.
Van grote betekenis over de mogelijke ken
nis die Van Walré de Bordes bezat over de
herkomst van het granaatvuur, was het ge
sprek dat hij op 17 mei 1940 aan het einde
van de middag voerde met de Franse
schout-bij-nacht Platon. De Middelburgse
burgemeester zocht even na 17.00 uur op
het Nederlandse hoofdkwartier in de Koe
poortstraat telefonisch contact met de
Franse marinebevelhebber in Vlissingen.
Volgens hem was de stad kort daarvoor
nog "heftig onder vuur genomen". Van
Walré de Bordes vroeg Platon of het geen
misverstand zou geven als de Middelbur
gers de witte vlag zouden hijsen, terwijl de
Fransen doorgingen met schieten (ZA, AdB
77). Volgens Goossens duidt dit erop dat
de Franse beschieting aanleiding was
haast te maken met overgave van zijn stad
(p. 97). Gemeentesecretaris Van der Veur
legde in zijn memoires in 1945 Middelburg
in oorlogs- en bezettingsjaren) het 'misver
stand' echter anders uit (p. 12). Hij ba
seerde zich hierbij op uitlatingen van de
burgemeester en van luitenant De Booy,
die getuige was geweest van het telefoon
gesprek. De Nederlandse officieren waren
bang dat de Duitsers het uitsteken van de
witte vlag in Middelburg als een krijgslist
zouden zien als tegelijkertijd de Fransen
hun vuur niet zouden staken. Dat zou voor
het Duitse leger reden kunnen zijn om he
viger te gaan bombarderen. Feit is dat Van
Walré de Bordes er alles aan deed om
Middelburg te behoeden voor nog meer
oorlogsgeweld. Indien hij wist dat zijn stad
door Franse granaten werd getroffen, dan
mag je toch verwachten dat hij een andere
conversatie met Platon zou hebben ge
voerd. De burgemeester zou de Franse be
velhebber hebben bewogen om de be
schieting op de stad te staken, er bevon
den er zich immers geen Duitsers. In plaats