31 kende vissers mag worden gehaald. {Wal- chersche Arkadia II, pag. 240-251). "Terwijl zy met opzamelen van den Visch bezig waren, zagen zy iemant met een roer en knecht uit de Duinen naar 't Strand na deren, dragende een koppel of drie Kony- nen en ander wild. 'T Was de Heer Koning, die zich met de Jacht vermaakt hadde en langs Strand over de Schans (fort Den Haak, JS) naar zijn Hof wilde. Heerman hem kennende trad toe, en vraagde de Heer Koning, of zy iets, en wat zy gevan gen hadden, en zo veel Visch ziende, die in de mand vermaaklijk sprong. 'Dat gaat wel', zeide hy, 'dat is een goede zoo?' 'Die zal nog beter zijn', sprak Heerman, 'zo wy de eer mogen hebben van uw tegenwoordig heid in 't eten.' 'ik omhels den voorslag, mits dat het aan mijn huis zy', antwoorde de Heer Koning. Niet lang hadden zy gereden en gewandelt, of zy waren op den Binnen-dijk, en voor de achter-deur van een schoonen Hof, die open stond, en door een hoog verhevene Wandelaarye een heerlijk Huis vertoonde. Hier nodigde de Heer Koning het gezelschap in, dat over en binnen getreden, met byzonder genoegen de wederzijdsche bloemen boven, en de welgeladene vruchtboomen beneden langs de nederdalende aarde zag. Ewoud ter rechter- en slinkerhand op den verheven weg een hooge groene Haage, die zeer aardig aan beide zyden doorsneden, een bekoorlijk doorzicht op den nederlopenden Hof, schoone Vyvers, verruitgestrekte Bos- schen, en Naanboomptjes verschafte, met vervremding en vermaak aanschouwende, stond een wijl als opgetogen, en eindlijk het woord vattende: 'wat is dit', zeide hy, 'voor aangenaame hoogte, die in het vlak land eenen Berg vertoont (Gargon zet Ewoud hier wel erg naïef neer; de ver meende berg is een dijk, JS), en hangende Boomgaarden, en nederhollende Kwee- kerye, en groene Uitkijken, die 't oog zo verkwiklijk weiden?"'T Is de Monnikendijk', sprak de Heer Koning, 'en schijnt dien eer- waardigen naam ontleent te hebben van de Priesters en Monniken (Precies op deze plek lag het genoemde klooster, JS) Coninck verhaalt vervolgens van het mira culeuze schilderij van Vrouwenpolder, waarop een beeld van Maria werd nage schilderd. "'Mijn broeder (Thomas Alexan- der, JS) de Baillu van Veere, heeft dat beeldeken nog in zijn huis, en ik heb 't laten aftekenen naar 't leven: maar het een, noch 't ander, doet geen mirakelen meer', vervolgde de Heer Koning, 'of het nu te oud of krachteloos zy, of dat het by de vroome Catholyken alleen magt hebbe weet ik niet.' pratende en lacchende kwamen zy van de hoogte in den Hof, en zagen met ver maak de Naanboomptjes op verscheidene wijzen, vierkant, achthoekig, rond, hol, py- ramidaal, en anders op- en uitgesnoeid, doch alle vol vruchten, en om 't cierlijk op gewassen. Uit den Hof traden zy naar 't Huis, en vonden hier ieder een bezig; som migen schrabden en bereidden den Visch; anderen dekten de tafel, en elk deed zijn werk. Binnengetreden en verwelkomt, wierd de Visch opgedischt 'De grond is hier omtrent zeer vruchtbaar, en heeft van ouds veele menschen herwaards doen komen, maar in mijn Hof vind ik hier en daar noch grondslagen en oude muuren, zo men zegt, en ik meine van een oud Klooster, dat hier, om de grondbraak- selen en dijkstortingen van Arnemuiden versterkt en opgeboud wierd', zeide de Heer Koning, 'en nergens in 't Eiland zijn meer Hoven dan in deeze Heerlijkheid; achter de Kerk legt Huis en Hof van den

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 35