Nieuwe uitgaven 36 'k heleze De MCC: rederij, slavenhaler, scheeps- én machinebouwer De in Middelburg woonachtige maritiem historicus Ruud Paesie ontpopt zich de laatste tien jaar als een veelschrijver. Ik ga dan ook niet aan een opsomming van pu blicaties beginnen, maar met de MCC pakt Paesie eigenlijk weer de draad op waarmee hij zijn promotieonderzoek was begon nen: de scheepvaartactiviteiten in Middelburg die volgden na af loop van de Spaanse Successie oorlog in 1713. Hij schetst de belangen van de Zeeuwen in de smokkel- en kaapvaart en hoe deze rond 1720 om meerdere redenen geen toekomst meer hadden, waardoor de Middelburgers zich genood zaakt zagen een wél levensvatbaar scheepvaartbedrijf op te richten. De afkorting MCC in de titel is niet voor niets gekozen, want in dezelfde reeks en in hetzelfde format liet de Walburg Pers ook al Geschiedenis van de VOC en Geschie denis van de WIC verschijnen, en dat rijmt. Deze uitgaven kenmerken zich door hun fraaie lay-out en vele kleurenillustraties en dat is ook bij deze uitgave het geval, waar bij ook ruimhartig uit de collecties van de scheepvaartmusea in Amsterdam en Rot terdam werd geput. Wat wij nu echter als MCC of Middelburgse Commercie Com pagnie kennen is eigenlijk de al snel ge meengoed geworden naam die rijksarchi varis Unger er omstreeks 1950 aan gaf. De oorspronkelijke naam van het bedrijf luidde Commercie Compagnie van Middelburg. De bedrijfsgeschiedenis van de MCC kan grosso modo in twee tijdvakken worden in gedeeld, en dat heeft Paesie in zijn boek ook gedaan met een deel over de handels periode en een deel over de scheepsbouw- periode. Dat eerste deel telt zes hoofdstuk ken waarin onder meer de oprichting van de MCC, de organisatie van de MCC, het handelsbedrijf, de goederen handel en de slavenhandel aan bod komen. Afgesloten wordt met de balans over deze han delsperiode. In het zevende hoofdstuk start het tweeluik met de werf en scheepsbouw van de compagnie, gevolgd door de participatie in scheepvaarton dernemingen, de ondergang van het bedrijf en de balans van de scheepsbouwperiode. Er is een samen vattende slotbeschouwing en een lijst met gebruikte afkortingen, notenapparaat en register op persoons-, scheeps- en geogra fische namen. In plaats van in een lijst zijn de archivalia en literatuur in een berede neerde bronnentekst samengevat. Uit het voorgaande blijkt al dat de slaven handel van ondergeschikt belang is in dit boek en Paesie maakt dat met reden dui delijk, want terwijl het bedrijf 169 jaar heeft bestaan werd daarvan 'slechts' 75 jaar in slaven gehandeld. Scheepsbouw - eerst voor de eigen rederij, later voor derden - maakte een wezenlijk onderdeel van het bedrijf uit, waar later ook nog een lijnbaan (scheepstouw), een droogdok en machine bouw bij kwamen kijken. Omdat Paesie de gehele boekhouding heeft doorgenomen weet hij de lezer ook meer inzicht te ver schaffen in de geldstromen en de investe ringen van de Middelburgers. Zo blijkt de slavenhandel nog minder winstgevend te

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2015 | | pagina 40