37
zijn geweest dan al bekend was (2,64 pro
cent rendement), maar schetst de auteur
wel het klimaat waarin dit gezien moet wor
den, aangezien reders ook verdienden aan
equipage, verkoop van goederen en bouw
van schepen. Nog voordat de slavenhandel
verboden werd had de rederij de bakens al
verzet en zich omgevormd tot scheepswerf.
Bijzonder onthutsend - maar anderzijds
ook weer niet verrassend - is het demas
qué van Paul Brusses derde deel van Ge
schiedenis van Zeeland als Paesie
duidelijk maakt dat er rond 1840 ongeveer
400 werknemers op de werf actief waren
(pag. 153 e.v.). Na de jaren vijftig van de
achttiende eeuw is er nog enige activiteit
door investeringen in de productie van
steenvormmachines, stalen masten en de
uitreding van schepen voor de NHM.
Hoewel de afstand van de bewindhebbers
tot het bedrijf altijd kort is geweest deden
zich in de geschiedenis van het bedrijf toch
enkele merkwaardige financiële missers
voor, zoals de bijna desastreuze Zuidzee-
expeditie van 1724, en het aanstellen van,
naar later bleek, frauduleuze scheeps
bouwmeesters en de schipper Buteijn die
het laatst uitgeruste schip Commercie
Compagnie van Middelburg tussen 1851
en 1855 welbeschouwd kaapte. Omdat niet
bekend was wat hij exact uitgehaald had in
het verre oosten en op de Stille Oceaan
kon Buteijn, nadat in Havana eindelijk een
andere kapitein op zijn schip was ge
plaatst, achteraf niet berecht worden. De
MCC is nooit failliet gegaan, maar de hoof
delijke aansprakelijkheid hing de aandeel
houders als het zwaard van Damokles
boven het hoofd omdat het bedrijfskapitaal
ten opzichte van de nominale waarde bij
kans geheel verdampt was. Door verkoop
ontvingen de aandeelhouders nog enig di
vidend; daarmee was het lot van de MCC
in 1889 bezegeld en begonnen de gebroe
ders Mace lampvoetjes te produceren op
het terrein van de werf.
Dit boek is een mooie samenvatting van de
complete bedrijfsgeschiedenis, maar de
specialisten zullen het jammer vinden dat
de auteur niet iets uitgebreider zijn wel ver
richte onderzoek voor het voetlicht brengt.
Dat betekent dat dit nog niet het definitieve
boek over de MCC zal zijn; daarvoor is
deze publieksvriendelijke uitgave te be
knopt. Het is wel voor het eerst dat de com
plete geschiedenis van de MCC recht
wordt gedaan. Hierdoor worden zaken
beter in de context van de tijd geplaatst,
want werd voorheen slechts op één onder
deel van de bedrijfsgeschiedenis gefocust
(de slavenhandel), nu verkrijgt de lezer het
complete overzicht wél.
Johan Francke
Ruud Paesie, Geschiedenis van de
MCC. Opkomst, bloei en ondergangWal
burg Pers, Zutphen 2014, 208 pag., ill., fo
to's, krt., tek., grav., graf., tab., ISBN
978-90-57-30931-1. Prijs 29,95.
Duno: uithof, buitenplaats, boerderij
De Oostkapelse Dunoweg is genoemd
naar Duno, maar wat is of wat was Duno?
In het eind 2014 verschenen jaarboek 2012
van de Kastelenstichting Holland en Zee
land dragen zes auteurs in even zoveel
hoofdstukken bij aan het antwoord op deze
vraag. Het gaat dus om een coproductie.
Het resultaat is even gevarieerd als de au
teurs en hun invalshoeken; herhaling en
gebrekkige afstemming heeft men daarbij
niet helemaal kunnen vermijden.
Resultaten van al in 2001 gestarte onder-