5
Group 69 Sect, 1966. Van links naar rechts:
Johnny Caljouw, zang; Tonny de Queljoe, slag
gitaar; Huib Pouwer, drums; Rudy de Queljoe,
sologitaar; rechtsachter Carlos van den Berg,
basgitaar. In de volksmond was het Group '69.
Sect werd later toegevoegd. De groep heette pas
eind 1967 Dragonfly. Zeeuwse Bibliotheek,
Beeldbank Zeeland, Midavaine), rec.nr.
93230.
atmosfeer met vloeistofdiaprojecties voor
een kleurrijk concert zorgden. Pink Floyd
speelde voornamelijk nummers van hun
eerste album The Piperat the Gates of
Dawn, vaak langgerekte sferische num
mers. Hubregtse schreef over de muziek in
Hitweek-. "Het eerste wat opvalt zijn de ge
weldige lichteffecten, die door middel van
een toetsenbord vanaf de regietoren wor
den gefabriceerd. Aan het geluid moeten
we wel even wennen. Wat is dit? Het is
geen beat, daar heeft het helemaal geen
donder mee te maken. Het is een volko
men homogene geluidsbrij, veroorzaakt
door drums, twee gitaren, een orgel en een
menselijke stem, waarbij haast niet uit te
maken is wie wat voor zijn rekening neemt.
Dit is perfect uitgebalanceerd samenspel.
Mijn enige bezwaar zou kunnen zijn dat het
te vlak is, er springt niks uit, het is allemaal
één."
De Walcherse groep Dragonfly stond die
zelfde maand met hun debuutsingle Cele-
stial Dreams in de Veronica Top-40 en
ondanks veel positieve stukjes in Hitweek
was Pink Floyd slechts bekend bij een se
lect publiek. Een jaar eerder had de groep
in eigen land succes gehad met de single
Arnold Layne, een plaat die door de BBC
werd verboden omdat het ging over een
travestiet die er genoegen in schiep kleding
van waslijnen te stelen.
Het concert
Het Concertgebouw werd in die tijd gerund
door Ome Jan (Jan van Loon) die in 1960
de exploitatie had overgenomen van J. Ots.
In diens tijd waren er gymnastiekuitvoerin-
gen gehouden en toneelstukken opge
voerd, maar Ome Jan was begonnen met
het houden van veilingen en het organise
ren van beatconcerten.
In 1998 sprak ik met Jo Hokke, die er in die
jaren werkte als kelner: "...tot diep in de
nacht, en 's morgens ging ik dan weer ge
woon naar mijn werk op de Schelde." Hij
keek met voldoening terug op de swin
gende jaren zestig en miste vooral de sfeer
die deze roemruchte periode zo uniek
maakte, ondanks het feit dat hij door het
beatgeweld van inmiddels legendarische
namen als Q65, The Golden Earring en
Cuby The Blizzards ietwat doof was ge
worden. "Het was een uitgaansgelegenheid
voor iedereen. Er waren gymnastiekuitvoe-
ringen, veilingen en later dus die beatcon
certen. Ach, die sfeer, die vrijheid, dat is
toch helemaal weg", aldus Hokke.
Om die sfeer te kunnen begrijpen moet je
die tijd hebben meegemaakt, dat is duide-