7
Mijn hartelijken dank aan de
Directie der „Ncdpam" voor de
volle uitkeering van het week
loon van mijn overleden Man, tot
het tijdstip der uitkeering van
de Rijks Verz. Bank.
Wed. A. WiLLEBOORDSE—
DE HONDT.
Souburg, Ritth. str. B 391.
Zeeuwse Bibliotheek, Krantenbank.
standigheden waaronder olie wordt gelost
moet kennen om daar commentaar op te
kunnen leveren. Twee dagen hierna rea
geert Van Weele met opnieuw een lijvig in
gezonden stuk in De Telegraaf waarin hij
de stuurman op zijn ongelijk wijst. De toon
is niet vriendelijk; in de aanhef wordt al ge
steld: "Du choc des opinions jaillit la vérité"
(uit de botsing der meningen ontspringt de
waarheid). Dan volgt een uiteenzetting die
Van Weeles theorie moet ondersteunen,
dit "volgens een natuurwet, die de stuur
man niet schijnt te kennen" en dat "de
stuurman er hier netjes naast zit".
Later in het jaar volgt in de Vlisslngsche
Courant een redactioneel commentaar op
het relaas van ir. J. Sandner in het tijd
schrift Vuur en Water. Door wetenschappe
lijk onderzoek is vastgesteld dat vonkvor-
ming ook kan ontstaan door statische elek
triciteit; tevens is de omgevingstempera
tuur belangrijk bij de ontbranding van olie-
dampen, aldus ir. Sandner.
Op 30 december 1924 plaatst de Vlissing-
sche Courant een ingezonden stuk van
J.C. Anker, gezagvoerder op ms Juno van
de Nederlands-Indische Tankboot Maat
schappij. Het betoog van Van Weele over
onweer en ozon, schrijft Anker, is hem
zeer merkwaardig maar ook zeer onwaar
schijnlijk voorgekomen. Hij heeft zich daar
toe gewend tot "ter zake bekende perso
nen". De theorie zou niet alleen dwaas zijn
maar ook geheel onbestaanbaar want in
tropische landen staan talloze vergelijkba
re installaties, vaak met tientallen tanks bij
elkaar, en daar hebben nauwelijks rampen
plaats. Van Weele wordt gewezen op zijn
geringe praktische kennis van de raffinade
rij en installaties aan boord van tanksche
pen.
Dit alles schiet Van Weele kennelijk in het
verkeerde keelgat, want reeds op 2 januari
1925 is van zijn hand wederom een inge
zonden artikel met de volgende aanhef:
"Mijnheer de Redacteur. Wilt U mij in ant
woord op het onsmakelijke artikel van den
heer J.C. Anker in Uw blad van 30 Decem
ber jl. voor de laatste maal in deze zaak
eenige ruimte afstaan?" Het zit hem hoog.
Hij neemt de personen die durven twijfelen
aan zijn kennis van zaken nog eens even
op de korrel; hij heeft immers geen enkele
tegenspraak gekregen van werkelijk des
kundigen op natuurkundig gebied.
Het is jammer dat hiermee de berichtge
ving over de toedracht van de brand stopt.
De nabestaanden
Een dag na de ramp verschijnt er in de
Vlissingsche Courant een overlijdensbe
richt van het slachtoffer van de brand,
Adriaan Willeboordse, 42 jaar, gehuwd en
vader van vijf kinderen.
In die tijd is het voor nabestaanden geen
vetpot. Zo blijkt uit een toevoeging onder
aan het verslag van de brand in de Vlis
singsche Courant dat 25 gulden, door ie
mand eerder geschonken aan het Oranje
comité, op verzoek van de gever aan de
administratie van de krant zal worden af
gedragen als eerste gift voor de nabe-