Recht, en geen gratie
Hoe Bartholomeüs van Biggekerke aan zijn eind kwam
begin 1847 minder sterk toesloeg? De
voor heel Nederland genoemde extra sterf
te van circa een half procent van de bevol
king als gevolg van de crisis werd in Vrou
wenpolder zeker gehaald. Dat cijfer zou
neerkomen op vier extra overlijdens, maar
het waren er waarschijnlijk heel wat meer.
De mededeling bij Van der Aa over gezond
Vrouwenpolder blijft daarmee raadselach
tig. Vermoedelijk heeft zij echter niets met
sterfteniveau of levensverwachting te ma
ken. Het geciteerde zinnetje vervolgt met
een komma en dan: "...dit is zeker, dat het
hier vrij wildrijk en tot de jagt zeer geschikt
is". Daarna volgt een uitweiding over een
verbod om te jagen en te stropen. De op
merking over gezond Vrouwenpolder gaat
dus misschien vooral over de natuurlijke
omgeving: strand, duinen en vroongron-
den, die Van der Aa mogelijk associeerde
met gezondheid, al dan niet op gezag van
anderen.
Jan Zwemer
Voornaamste gebruikte bronnen
- Zeeuios Archief. Archief Gemeentebestuur
Vrouwenpolder 1814-1939, inv.nrs. 44, 47 en
50-57 (correspondentie burgemeester 1835,
1838 en 1841-1848).
- Zeeuws Archief, Bevolkingsregister Vrou
wenpolder 1830-1836.
- R. Paping en V. Tassenaar, 'The consequen-
ces of the potato disease in the Netherlands
1845-1860: a regional approaclt'in: C. O'Gra-
da, R. Paping en E. Vanhaute (ed.), 'When the
potato failed. Causes and effects of the Last Eu-
ropean Subsistence Crisis, 1845-1850', Turn
hout 2007, pag. 149-183.
- A. Tange en J.P. Zwemer, 'Verschuivingen in
de sterfte op Schouwen en westelijk Walcheren
in het midden van de negentiende eeuw', in:
'Zeeland'2012, nr. 2, pag. 53-64.
De geschiedenis van Biggekerke is opge
tekend door Kornelis Wielemaker (1870-
1918). Zijn boek Biggekerke. zijn burgerlij
ke en kerkelijke geschiedenis werd uitge
geven in 1903 met steun van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen. Wielemaker was toen hoofd van de
christelijke school van Biggekerke. De bo
venmeester geeft een tamelijk nauwgezet
beeld van de historie en ontwikkeling van
het dorp. Hij deed uitvoerig onderzoek en
had nog inzage in archieven die in de oor
logsdagen van mei 1940 verloren zijn ge
gaan.
Interessant is wat Wielemaker schrijft over
een van de ambachtsheren van Biggeker
ke, Bartholomeüs Andrieszoon van Bigge
kerke (overleden in 1433). Bekend is dat
diens broer Hughe heette. Om de lezers in
1903 duidelijk te maken wat ambachtshe
ren waren, schreef meester Wielemaker:
"Waarschijnlijk kwam hun stand overeen