23
1919 naar Middelburg gekomen. Naar ei
gen zeggen hield hij zich aanvankelijk be
zig met zijn oude beroep, niet in dienst van
een overheid maar als aannemer. Hij raak
te echter in een persoonlijke crisis, moge
lijk mede veroorzaakt door financiële te
genslag, maar zeker ook door zijn dood
vonnis en de onmogelijkheid naar Vlaan
deren te reizen om zijn bejaarde ouders te
bezoeken. Beiden stierven in de eerste
helft van de jaren twintig. In de loop van
1923 is Kimpe gaan schilderen. En tame
lijk serieus. In 1924 liet hij zijn werk voor
het eerst op enkele groepstentoonstellin
gen zien. Aan het einde van dat jaar had
hij in het Schuttershof, waar toen het
Kunstmuseum was gevestigd, zijn allereer
ste eenmansexpositie. Daar heeft een
schilderij gehangen van het uitzicht uit zijn
raam: de muur, het koepeltje, het geboom
te en daarbovenuit de toren van het Mid
delburgse stadhuis. Het schilderij werd ge
kocht door dokter Gelderman uit Kortgene.
De expositie in het Kunstmuseum Schuttershof
te Middelburg (1924). Bij het 'handje' Kimpe's
schilderij van de Heerengracht.
Reimond Kimpe moet het verdwijnen van
dit magnifieke uitzicht met die bomen zeer
hebben betreurd. Hij zag zich geroepen
een ingezonden brief te schrijven. In zijn
met Zuid-Nederlands idioom doorspekte
brief vertelt Kimpe dat hij, in het perspec
tief van het verdwijnen van zijn uitzicht,
daarvan nog een tweede schilderij heeft
gemaakt. De brief laat iets zien van Kim-
pe's manier van werken in die tijd. Hij
werkte toen nog tamelijk realistisch. In
Middelburg, Veere, Vlissingen en elders op
Walcheren liet hij zich inspireren. Vooral
huizen en gebouwen, straathoeken en ha
venkades en dergelijke hadden zijn be
langstelling. Dit tweede schilderij was dus
ook een impressie van de muur en het
koepeltje, geschilderd voor zijn deur. Dit
schreef hij: