Walcheren
van de kaart
re heeft hij ongetwijfeld regelmatig de we
kelijkse bijeenkomsten bezocht, maar hier
voor is geen direct bewijs te vinden. Wel is
aantoonbaar dat hij producten aan de ka
mer leverde en in plaats van het eindfeest
op een koude rederijkerskamer, bood hij
de faciliteiten van een warme ruimte in de
Campveerse Toren, aangevuld met diverse
horecavoorzieningen. Jan Abke was dan
ook naar mijn mening een passieve rede
rijker en tegelijk een gastvrije uitbater van
de Campveerse Toren.
A.J. Puijpe
1. Notatie van door de prins gestelde vragen en
de antwoorden van de leden op deze vragen
beide op rijm.
2. Notatie van alle inkomsten en uitgaven per
jaar.
Bron:
- Zeeuws Archief, archief van de kamer van re
torica Missus scholieren' te Veere, 1530,1590-
1794, inv.nrs. 4 en 5 (rekeningenboeken) en 14
en 15 (verzenboeken).
Tropisch Domburg aan de Surinamerivier
La Rencontre
Het Surinaamse dorp Domburg ligt aan de
linkeroever van de Surinamerivier, onge
veer vijftien kilometer van Paramaribo. De
pendant van Domburg op Walcheren is
ontstaan op het grondgebied van een sui
kerplantage. Dat maakt dit tropische Dom
burg in Zuid-Amerika tot iets bijzonders.
Op 2 januari 1696 kocht Paulus Ampsing,
raad van politie en criminele justitie in Suri
name en eigenaar van de plantage Meer-
zorg, 1.000 'akkers' van de Sociëteit van
Suriname, het toenmalige bestuur van
deze Nederlandse kolonie. De oppervlakte
van het grondstuk was ongeveer 390 hec
tare. De akkers waren gelegen naast de al
bestaande plantage Boxel, even ten zuiden
van de hoofdstad Paramaribo. Twee jaar
later ging Ampsing een compagnonschap
aan met Elias Bouvet. De heren wilden
kennelijk een gezamenlijke plantage opzet
ten. De plantage kreeg de naam La Ren
contre ofwel De Ontmoeting. Zou dat een
verwijzing zijn geweest naar Ampsing en
Bouvet die elkaar in zakelijk opzicht had
den gevonden? En zou de Franse achter
grond van Bouvet een rol hebben ge
speeld bij de naamgeving?
Na de dood van Ampsing ging zijn deel
van La Rencontre naar zijn weduwe Anna
Verboom. Uit een in Suriname opgestelde
akte van 18 juli 1716 blijkt dat de plantage
van de nieuwe compagnons Verboom en
Bouvet werd gedeeld in twee zelfstandige
plantages van precies 500 akkers. Het
westelijke deel ging naar Bouvet, het oos-