32 in de periode 1741-1747. Meinard van Vis vliet werd in latere jaren pensionaris van Middelburg en opperboekhouder van de Kamer Zeeland van de Verenigde Oost-In dische Compagnie. Egbert Philip van Vis vliet werd stadsdokter en lid van het kies college van de stad Middelburg. De broers waren familie van Pieter van Visvliet, bur- De plantages Domburg en La Rencontre liggen bovenaan. Het noorden is rechtszoals de windroos onderaan aangeeft. (Universiteit van AmsterdamBijzondere CollectiesOTM: HB- KZL 102.14.01) gemeester van de gewestelijke hoofdstad. Dat geen enkele erfgenaam in de kolonie woonde, was geen bezwaar. De meeste plantages werden immers beheerd door een plantagedirecteur die verantwoordelijk was voor de belangen van de eigenaar(s). Engels bestuur Aan het einde van de achttiende eeuw kwam er tijdelijk Engels bestuur in Surina me als reactie op de Franse inmenging in Nederland. Europese conflicten werden namelijk ook in overzeese gebieden uitge vochten. In die periode namen de Engel sen de plantages over en werd John Bent eigenaar van Domburg. Ook toen de En gelsen in 1815 Suriname weer teruggaven aan de Nederlanders behield Bent zijn be zit. Pas in 1834 kwam er een nieuwe eige naar, William Young Baronet, wederom een Engelsman. Omdat de plantage Domburg niet meer rendabel was, werd ze in 1843 te koop aangeboden. De al in de buurt van de plantage woonachtige Carl Friedrich Wil helm Daser kocht tussen 1847 en 1859 de gronden die bij de plantage hoorden. Voor 1878 werd Dasers bezit door het Su rinaamse koloniebestuur opgekocht en verkaveld. Initiator van dit project was gou verneur-generaal jhr. Cornelis van Sype- steyn. De in vele percelen opgedeelde plantage werd uitgegeven aan voormalige slaven. De slavernij was immers in 1863 afgeschaft. Er werden diverse publieke voorzieningen getroffen en het heren- of plantagehuis werd overheidskantoor. In 1880 was het plaatsje Domburg officieel een feit. De meeste inwoners trokken ge leidelijk aan naar de stad, waarna eerst Brits-Indische en later Javaanse immigran ten zich in het dorp gingen vestigen. Domburg was lange tijd de zetel van het commissariaat (deelgebied) Boven-Surina- me. Alle oude plantagegebouwen zijn in de loop der tijd gesloopt. Het laatste pand hield stand tot 1975. Op de plek waar ooit het heren- of planta gehuis stond, ligt nu een voetbalveld. Van af de aanmeerplaats voor boten aan de Domburgse waterkant markeren twee rijen statige mahoniebomen de oprijlaan die leidt naar de plek waar ooit de markante woning stond. Ook een oud reservoir voor water of melasse (een bijproduct in het S>'k

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 34