43
sproken, dan bedoelde men daarmee
meestal het blok woningen dat van de
Keersluisbrug af gezien links van de Prins
Hendrikweg lag."
Het kopstation aan de Buitenhaven werd in
1944 door oorlogshandelingen verwoest.
Op dezelfde plaats werd een nieuw station
gebouwd. Toen waren er in Vlissingen twee
oude stations, en dat zal de oorzaak van
de verwarring zijn geweest.
Gasthuis en pesthuis
In haar reactie op onze vraag naar het mo
numentje in het Vlissingse Villapark (De
Wete nr. 4, oktober 2015) vertelde Sarina
Hendrikse uit Vlissingen dat het Gasthuis
en het voormalige pesthuis in de Hellebar-
dierstraat naast elkaar stonden. Ze laat
ons nu weten dat dat onjuist is. Het Gast
huis stond in 1870 in de Hellebardierstraat,
het voormalige pesthuis in de Koestraat.
verwachtten dus dat de psalmen ritmisch
zouden worden gezongen, want waarom
zou je het ritmisch noteren en heel anders
zingen? Er is mij geen enkele uitspraak
van Datheen bekend over een voorkeur
voor het zingen op hele noten. Het lijkt er
veel meer op dat die manier van zingen er
langzaam ingeslopen is. Lourens Ingelse
was in zijn verzet in dit opzicht dus room
ser dan de paus, als we dat in deze calvi
nistische context zo mogen zeggen."
A.A. Noest uit Haarlem stuurt ons een ste
vige verhandeling over de Veerse predi
kant Josua van Iperen (1726-1780) en
diens publicatie Kerkelijke Historie van het
Psalmgezang. Het voert te ver om daar in
deze rubriek uitgebreid op in te gaan.
De redactie heeft inmiddels besloten in De
Wete van april a.s. een artikel te wijden
aan de perikelen rondom de invoering van
de nieuwe psalmberijming.
Hele en halve noten
Thijs Weststrate uit Oldenzaal wil nog wel
iets bij ons kwijt als aanvulling op het be
toog van ds. P. Janse over hele en halve
noten in de oktober-Wete.
"Natuurlijk heeft dominee Janse gelijk dat
de nieuwe psalmberijming van 1773 niet
van Datheen was", mailt Weststrate, "want
diens berijming verscheen al in 1566. Wel
kan de toevoeging 'waarbij de psalmen op
hele noten, dus isometrisch, moesten wor
den gezongen' misverstanden oproepen.
Datheen volgde voor de melodieën strikt
de eerdere Franstalige uitgaven die onder
toezicht en met toestemming van Calvijn
zelf waren verschenen. In al die vroege uit
gaven werden de melodieën genoteerd in
hele en halve noten. Calvijn en Datheen
Boerderij "ergens op Walcheren"
Johan Geerse uit Serooskerke vroeg in de
oktober-Wete om gegevens over een boer
derij op een foto die hij op een rommel
markt kocht. Het moest een boerderij "er
gens op Walcheren" zijn, waarschijnlijk in
de omgeving van Meliskerke, Aagtekerke,
Oostkapelle.