Onze laatste tussenstop is bij het restau rant De Baeckermat in Westdorpe, het langste dorp van Nederland. Dit boerderij restaurant wordt gerund door de zusjes Judith en Esther Baecke. We eten er een soepje, een Zeeuws-Vlaamse stoverij en een toetje van rijstepap. Over dit laatste stukje culinair erfgoed zijn de meningen wat verdeeld. Een zeer geslaagde dag, dat mag in ieder geval wel weer gezegd wor den. Leo Faase Der Boede Woensdagavond 14 oktober 2015 gaf Jo- han Geerse voor 58 aanwezigen een le zing over de buitenplaats en zorginstelling Der Boede in Koudekerke. Johan, die een enthousiast verteller is, begon met de ge schiedenis van 't Huys der Boede. De eer ste vermelding van de naam Der Boede dateert uit 1188. In dat jaar werd toestem ming verleend tot het stichten van een kerk te Hoogelande en om dit te bekosti gen werden ten westen van de "Trenbou- desweghe" tienden geheven. Anders ge zegd, de kerk werd betaald met belasting geld dat werd geïnd in het gebied ten wes ten van de weg naar Der Boede. In 1361 werden "Willem en de jonge Pieter uten Boede" als de eerste bewoners ver meld. Beiden kwamen uit Leuven en waren van adellijke afkomst. Op het eind van de dertiende eeuw was er sprake van een stenen huis, dat uiteindelijk uitgroeide tot een ridderslot. In 1715 werd Der Boede beschreven in de Walcherse Arkadia van Mattheus Gargon. Met paard en wagen passeerde het reisge zelschap de poort van Der Boede en stond het voor een hek dat plotseling verdween. Een van de reisgenoten, Ewoud, ging op onderzoek uit en ontdekte dat er onder de brug een contragewicht zat. Dit gewicht zorgde ervoor dat bij het passeren van de brug het hek wegzakte. In 1745 sloeg het noodlot toe, het kasteel werd volledig door brand verwoest. Jacob van Mandere, toen eigenaar van het kas- Uit: Johan Geerse, 'Die?Die is naar Der Boede toe'. teel, gaf de Antwerpse architect Johan Pieter van Baurscheit opdracht een nieuw landhuis te bouwen. Het werd in 1752 op geleverd. Der Boede is een prachtig voor beeld van een voornaam achttiende-eeuws blokvormig buitenhuis. Bijna was de buitenplaats in 1909 in han den van Franse kloosterbroeders geko men. Ze boden fors voor het landgoed, maar het bod werd niet aanvaard. Een an dere buitenlander, die helemaal geen bod deed maar het gewoon inpikte, was de Duitser Wilhelm Münzer. Hij en zijn staf na men het in 1940 in beslag. Tijdens de be zettingsjaren werd het interieur bescha digd. Gelukkig liep het pand, dat zo'n vier

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 51