ke op 31 juli 1733. Van beroep was hij boer
onder Mariekerke, terwijl hij kerkte in West-
kapelle. Hij hield zich voornamelijk bezig
met "speelen, dansen, ringrijden en soort
gelijke ijdelheden", totdat hem de ogen
werden geopend door zijn nichtje Neeltje
Puipe uit het weeshuis van Middelburg. Op
een dag vroeg zij hem: "Wel neefje, heb jij
ook zin om naar de hemel te gaan? Ik
hoor dat je steeds zo bedroefd bent. Wel
kom aan! Het is de Heere Die roept: Mat-
theus 19:14: 'Verhindert de kinderkens niet
tot Mij te komen, want derzulken is het Ko
ninkrijk der Hemelen.' Het is braaf God te
dienen in zijn jonkheid." Cornelis zag plots
in dat hij slechts plichtmatig aan de avond
maalsvieringen meedeed, "onder een ge
zicht van zonden en zelfonwaardigheid".
Soms zat hij eenzaam achter een deur "te
schreien, daar ik nog onbekeerd was en zo
blijvende eeuwig moest verloren gaan".
Ook zijn bezorgde moeder kon hij niet ver
tellen wat er aan de hand was. Ziekte
(Cornelis leed een tijdje aan de pokken),
specifieke bijbelgedeelten, zondagse pre
ken, bepaalde natuurverschijnselen, alle
maal aanleidingen tot nieuwe huilbuien
vanwege zijn verkeerde levenswandel.
Zelfs zijn huwelijk in 1755, met Johanna
Permetier, die hem overigens twaalf kinde
ren zou schenken, leidde niet tot bekering;
sterker nog, hij raakte almaar meer verslin
gerd aan het kaartspelen. Op een goede
dag biggelden de tranen opnieuw over zijn
wangen na een preek, waarna hij zich
naar de schuur begaf om een eind aan zijn
leven te maken. In een visioen zag hij daar
een groot licht én Jezus aan het kruis han
gen, die uitriep: "tetelestai". Pas later be
greep hij van de dominee wat dat beteken
de, namelijk "het is volbracht". Zijn christe
lijke getuigenissen die zijn bekering tot ge
volg hadden en zijn bemoeienissen met
kerkelijke en politieke aangelegenheden
zou hij later met de dood moeten bekopen.
Arrestatie
De Korte werd op 6 november 1778 bij 't
Wafeltje, een herberg aan de Seisstraat-
weg - nu Walcherseweg, onder Buttinge -
Twee theologische werken uit het bezit van
(verm.) Cornelis de Korte, (collectie auteur)
op het grondgebied van de gemeente
Grijpskerke opgewacht door de baljuw van
Middelburg. Deze begeleidde hem vriend
schappelijk tot binnen de Seispoort, waar
De Korte onverwachts werd gearresteerd.
Hij werd overgebracht naar het Graven
steen aan de Nieuwe Burg. Tijdens zijn ar
restatie werden hem al zijn kleren afgeno
men maar hij verzocht de cipier om een
bijbel. "De juffrouw van het gevangenhuis
bracht mij een Bijbeltje tot mijn blijd
schap!" In een donkere cel was het voor
de boeren en buitenmensen natuurlijk erg
moeilijk, maar door het bijbellezen werden
ze met blijdschap vervuld. In het Graven-