43
boom staat een ladder met een figuurtje
dat iets plukt of ophangt. Sommige ruiters
hebben een muts in de hand, één hanteert
een soort polostick. Het tafereel wordt on
dersteund met de tekst: 'Dae komt de man
Wat eit ie an Rauw blauw oera'.
"Een soortgelijk paneel is ingepast boven
de deur naar de woonkamer. Hierop wordt
het oeroude, typisch Walcherse ritueel van
het pinksterdrieringrijden uitgebeeld. De
zin 'Op steek en opsteek Dat roep keen
eek week' licht het geheel toe. Beide pane
len zijn uitgevoerd in laagreliëf, hebben
langs de rand een siermotief van Zeeuwse
knopen en worden omlijst door de gesti
leerde vorm van een Zeeuwse muts."
Hubert Thomas stuurt een foto van het
eerstgenoemde paneel mee, evenals een
foto van het atelierhuis met mevrouw Puij-
pe in Walcherse dracht. Het huis draagt de
naam De Zeeuwsche Knoop, maar in een
van de gevelstenen is de tekst "de
De beeldhouwertekenleraar en houtsnijder
Pieter Puijpe (1874-1942). (foto coll. Paul
Rem)