wie twee wethouders, plus de burgemees
ter als voorzitter. De laatste had overigens
geen stemrecht maar wel een adviserende
stem. Ze vormden zoals in veel gemeenten
het geval was een college van verschillen
de pluimage. Het waren voornamelijk de
Anti-Revolutionaire Partij, de Christelijk
Historische Unie en de Sociaal-Democrati-
1905 - was Souburg nog maar een betrek
kelijk klein dorp met zo'n drieduizend inwo
ners. Door de sterke groei van de werkge
legenheid in Vlissingen, onder andere bij
de Koninklijke Maatschappij De Schelde
en in de achtertuin de havens, breidde de
gemeente zich snel uit. Veel arbeiders en
hoger geplaatsten verkozen in Souburg te
wonen, niet alleen vanwege de afstand
maar ook vanwege het wonen zelf. Voor
een bovenwoning in Vlissingen betaalde je
bijvoorbeeld nog meer aan huur dan voor
een leuke eengezinswoning (met een tuin)
in Souburg.
De agenda's van de vergaderingen van de
gemeenteraad waren nog niet zo vol als
later het geval was. Meestal ging het al
leen maar over zaken als onderhoud van
een straat of een weg, de afvoer van water
via een (beperkt) riool of een sloot, het op
halen van huisvuil, koolas en beertonnen.
De 'Grandgermain' voor huize Veldzicht, 1910.
Achter het stuur Willem van der Harst (eige
naar garagebedrijf). Voor de auto staat W.N.
Jobse (eigenaar van de auto) en achterin de
auto zitten echtgenote mevrouw Jobse-Pouwer
en zoontje Jaap. (Gemeentearchief Vlissingen,
FA 19071)
sche Arbeiders Partij (S.D.A.P.) die de
meeste invloed konden uitoefenen. Dan
was er ook nog weieens een van de libera
len of van een Vrije Lijst. In de tijd dat Job-
se lid werd van de gemeenteraad - in