geweest en een politicus die geen blad
voor de mond nam. De gemeenteraad ver
gaderde in de regel één keer in de maand,
en er waren maar heel weinig vergaderin
gen waarop hij het woord niet voerde.
Daarbij durfde hij ook, hoe jong hij ook nog
maar was, stevige kritiek op het beleid van
B&W uit te oefenen. Op een vergadering in
november 1907 was dat bijvoorbeeld het
geval. Op een van de voorafgaande verga
deringen was besloten om de Padweg, dat
toen nog een landweggetje was, met
zeventig voer koolas te verharden. Er zou
onmiddellijk aan begonnen worden, maar
enkele maanden later was die weg nog
steeds niet klaar. Via een openbare aanbe
steding had men de zaak afgedaan met
het storten van slechts veertig voer as. Die
as moest uit Vlissingen komen en zal af
komstig geweest zijn van de kolencentrale
van de toenmalige P.Z.E.M. Die stond toen
nog aan de Koningsweg, vlakbij het ka
naal. Jobse was daar, met enkele andere
raadsleden, zeer ontevreden over en uitte
zijn ongenoegen. De voorzitter verdedigde
zich door te zeggen dat hij de geplaatste
kritiek wel een beetje voorbarig vond daar
het karwei nog niet eens helemaal afge
rond was. Door omstandigheden had men
er ook niet op tijd aan kunnen beginnen.
Er moest eerst nog gewacht worden op
een vergunning van Rijkswaterstaat voor
het vervoer van de as via het Stille Jaag
pad. Die weg lag aan de oostkant van het
kanaal en liep niet verder dan Souburg.
Omdat hij weinig gebruikt werd, werd die
het Stille Jaagpad genoemd. Men had in
plaats van koolas ook nog vijftien voer puin
gebruikt. Dat kostte één gulden vijftig per
voer en was ook nog duurder dan as. Job-
se nam, als woordvoerder van een drietal
raadsleden, geen genoegen met de verkla
ring van de burgemeester. Zijns inziens
was het college van B&W het knechtje van
de raad en eenmaal genomen besluiten
moesten zo spoedig mogelijk en volledig
uitgevoerd worden. Alstublieft, ga daar
maar eens werk van maken en niet vol
staan met veertig voer als er zeventig voer
afgesproken is.
Daar kon de voorzitter ook niet veel meer
tegenin brengen, maar inwendig zal hij wel
gekookt hebben. Wat verbeeldde zo'n jong
ventje zich wel? En dat tegenover door de
wol geverfde bestuursleden! Het zal de
goede sfeer waarover de voorzitter in zijn
installatierede gesproken had vermoedelijk
niet ten goede gekomen zijn. Zulke krasse
taal zal men niet gewend geweest zijn bin
nen het gemoedelijke sfeertje waarin ver
gaderd werd.
Geschreeuw
In de zomer van 1911 kwam er vanuit de
gemeente een verzoek om het luidkeels
venten met nieuwsbladen op zaterdag
avonden te verbieden. Men vond het ge
schreeuw hinderlijk en wenste dat er maat
regelen tegen genomen werden. B&W wa
ren wel bereid het verzoek in beraad te ne
men en vroegen de raad om zich erover
uit te spreken. Aan de hand van een artikel
in de politieverordening kon het ge
schreeuw verboden worden en kon de
veldwachter ertegen optreden. Raadslid
Jobse zag er weinig kwaad in als er bij
voorbeeld geroepen werd: "Koop en lees
De ToekomstWel vond hij het erg storend
als ook nog eens de inhoud ervan luid
keels uitgeschreeuwd werd. Na enige dis
cussie werd toch met algemene stemmen
besloten het voorstel aan te nemen en het
luidkeels venten op zaterdagavonden te
verbieden.