23 zich als advocaat in Den Haag. Later was hij werkzaam bij het gerecht van Amster dam. In 1636 aanvaardde de jonge Joan een ambt in het verre Batavia. Daar werd hij pensionaris bij de Raad van Justitie. Na een reeks hoge ambten te hebben bekleed op het Kasteel van Batavia, de residentie van de gouverneur-generaal, werd hij in 1653 aangesteld tot voorlopig gouverneur- generaal. In 1654 werd deze betrekking omgezet in een definitieve benoeming. Tijdens Maetsuyckers bewind kwam de Verenigde Oost-Indische Compagnie tot grote bloei. Dat was voor een deel te dan ken aan een aantal sterke lieden die onder zijn leiding actief waren. Maetsuycker zou met zijn bijna vijfentwintigjarig gouverneur schap de geschiedenis in gaan als de langstzittende gouverneur-generaal van Nederlands-lndië. Aan een opmerkelijke ervaring die Joan had, kunnen we niet voorbijgaan. In de cember 1661 vertrok een vloot van zeven schepen vanuit Batavia terug naar Neder land, met onder meer de schepen 't Wa pen van Holland en de Aernhem. Maet suycker kreeg in februari 1662 tot drie keer toe eenzelfde droom waarin 't Wapen van Holland verging. Hij hoorde vlootvoogd Aernout de Vlaming van Outshoorn, die met zijn vrouw en pasgeboren tweeling aan boord was, om hulp roepen. Maet suycker zette zijn visioen op papier. Enkele dagen daarna verging 't Wapen van Hol- Tekening van Johannes Listing1656. Uit: G. Knaap e.a., Grote atlas van de Verenigde Oost- Indische Compagnie. Java en Madoera, dl. II. (ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland) Kaart van Claudius Anthony von Luepken, 1762. Uit: G. Knaap e.a., Grote atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Java en Madoera, dl. II. (ZB Planbureau en Biblio theek van Zeeland) Jchan sctitecmden Jfyfi'/c /'tn t/i- //'C

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 25