zou worden om de wat hogere kosten te
compenseren. De weverijen in Zeeland en
zo ook die in Westkapelle zijn er een ge
volg van.
Wie werk had voor onvermogenden en be
deelden hoefde in Westkapelle niet lang te
zoeken. Het gemeentebestuur was dan
ook bijzonder verheugd met de brief die
Willem van den Broeke. (foto Ida Dooren-
weerd)
Servaas Tak op 14 februari 1839 namens
de gebroeders Salomonson schreef met
het voorstel om op kosten van de NHM in
Westkapelle een calicotweverij in te rich
ten. De gemeente moest dan wel voor een
geschikt gebouw zorgen. Dat bleek nog
niet mee te vallen. Uiteindelijk werd, na
veel gedoe over locatie en kosten, een ge
bouw gerealiseerd waarin ongeveer hon
derd weefgetouwen een plaats konden vin
den. De ambachtsheer, baron Hendrik Ja
cob van Doorn, was bereid grond af te
staan en het rijk financierde met 6.000 gul
den de bouw ervan uit het Fonds ter aan
moediging van de Nationale Nijverheid. De
begroting bleek iets te krap, waardoor de
kwaliteit van het gebouw en vooral de ge
brekkige fundering nog veel problemen
zouden gaan opleveren.
Intussen was men in de loop van 1841 met
de weverij van start gegaan. Alras bleek
dat de kwaliteit van de Zeeuwse calicots
beduidend beter was dan die van de
Twentse weverijen. Dat kwam vooral door
dat in Zeeland het toezicht op de werk
zaamheden goed geregeld was en de ver
lichting in de weverijen beter. De olielam
pen werden namelijk niet met traan gevuld
maar met lijnolie die minder walmde. Ook
de aangevoerde grondstoffen zouden van
een betere kwaliteit zijn geweest.
Calicots waren dichtgeweven katoenen
stoffen, veelal ongebleekt en onbedrukt.
De naam komt waarschijnlijk van de Voor-
Indische plaats Calicut, niet te verwarren
met Calcutta. Calicots werden voornamelijk
geproduceerd voor Nederlands-lndië, waar
de stoffen ook werden bedrukt.
De wevers zelf profiteerden nauwelijks van
de hoge kwaliteit van de Zeeuwse produc
ten. Dalende opbrengsten werden in de
lonen doorberekend. Gevaar dat werkne
mers zouden weglopen voor een betere
baan elders was er niet; bovendien had de
'bedeling' weinig op met arbeiders die
wegliepen of door eigen schuld ontslagen
werden. De arbeidsomstandigheden waren
bedroevend. Coronel, gemeentearts van
Middelburg en pleitbezorger voor zieken
fondsen voor arbeiders, verzamelde nogal
wat gegevens over de inrichting en de sa
menstelling van de bevolking van de weve-