m zijn er twee eerder dan haar gestorven, de ene in januari 1725 en de ander in augus tus 1728. Kort na haar overlijden trouwde Johan met zijn buurvrouw Ida Keyser, maar of dat nu wel zo verstandig was... Een zeldzame officiële bekendmaking Op 25 maart 1735 werd de klok van het ja j? 3 De handtekeningen van Johan Willem Hekel- beke en zijn eerste vrouw Johanna Davids. (Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden inv.nr. 355b) stadhuis geluid ten teken dat alle inwoners naar de Markt moesten komen om een be langrijke mededeling van het stadsbestuur aan te horen. Toen er na verloop van tijd voldoende volk was samengestroomd, kwam een gerechtsbode naar buiten die met luide stem en op plechtige wijze vanaf het bordes de volgende bekendmaking voorlas: "Johan Willem Hekelbeke, notaris en procureur alhier, en Ida Keyser, egte man en vrouw, ter oorsake van seer swaare moeyelijkheden en hooggaande verwijderinge tusschen haar lieden ont staan en die nog meer en meer waren toe nemende, soodanig dat de samenleving voor hun onmogelijk was, met den ande ren hebben aangegaan en gemaakt een contract van separatie van tafel, bedt, sa menwooning en aangebragte in wesen sijnde goederen, voor Heeren Schepenen uyt den Edel Agtbare geregte deser stadt in dato den 18 Marty 1735." Het gebeurde in het verleden zelden dat man en vrouw door de wet werden ge scheiden, het kerkelijk huwelijk had hen immers voor altijd bij elkaar gebracht. Maar soms gebeurde het dat ze niet meer onder één dak konden samenwonen en moest de rechtbank hen scheiden. Ida het huis uitgezet Wat de problemen tussen Johan en Ida waren heb ik niet kunnen achterhalen, maar dat de relatie niet goed was is wel duidelijk. Uit een verklaring van enkele vrouwen weten we wat er zich in het huis van de notaris op 25 februari 1735 heeft afgespeeld toen de zaak escaleerde. De 32-jarige Cornelia Kieboom deed die dag naaiwerk voor Ida. Toen ze ermee tussen negen en half tien 's avonds was gestopt, ging ze naar de keuken waar de notaris, het dienstmeisje, de klerk en de kinderen bijeen zaten. Omdat het etenstijd was gin gen ze samen aan tafel. Ook Ida kwam de keuken in en schoof bij hen aan. Op een gegeven ogenblik pakte ze uit een blikken kandelaar die op de tafel stond een stomp je kaars. Haar man vond dat niet goed en zei: "Laat die kaars staan", waarop ze ant woordde: "Ik moet evenwel ligt hebben om na boven toe te gaan." Daarop rukte hij het stompje kaars uit haar handen. Omdat ze naar boven wilde en daarvoor licht nodig had, pakte ze een kandelaar met een brandende kaars van tafel en verliet de keuken. Johan sprong overeind en rende haar achterna, maar omdat Ida de deur op slot had gedaan kon hij er niet door. Via een andere deur verliet hij de keuken, op de voet gevolgd door het dienstmeisje. Na enige tijd kwamen ze alle drie weer te rug in de keuken. Daar pakte het dienst meisje de kandelaar van Ida af, waarop jéyi a*

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 6