6 Toen ze hem wilde passeren sprak hij haar aan en samen liepen ze verder. Dichtbij de herberg Halverwege vertelde Johan dat hij van plan was via een wei en het bos naar het schuttershof van de Edele Busse aan het Singeltje in Veere te gaan. Hij vroeg haar die avond langs te komen om wat naaiwerk te doen. Als iemand zou vragen Gevelsteen van het huis De Swaen, Markt 7 te Veere. (www.stichtingveere.nl) waarom ze naar hem toe ging, moest ze antwoorden dat thuis iemand de notaris wilde spreken. Maar Martina antwoordde dat ze "zulks niet gewoon was en ook niet wilde doen". Toen ze bij het huisje Halverwege waren aangekomen kwamen er enkele vrouwen naar buiten, onder wie haar zus Janna. Janna zei tegen Martina dat haar zwager in de herberg op haar zat te wachten. Toen Johan dit hoorde zei hij: "Wel duyvel, dat spijt mij." Vervolgens gingen de vrouwen naar binnen, op de voet gevolgd door de notaris. Toen ze binnen waren zei Jan Pot tegen zijn vrouw: "Waar blijf gij zo lang, je weet toch wel dat we bij Willemijntje van Fraasen moeten wezen, de vrouw zal quad zijn dat wij zo lang weg blijven." Hierop ver lieten Jan Pot, zijn vrouw en Martina de herberg en Johan wist intussen dat Marti na die avond alleen thuis zou zijn. Verkracht Zodra Jan Pot en zijn vrouw 's avonds rond de klok van acht uur het huis hadden verlaten stond Johan op de stoep. Hij trap te tegen de deur en ging naar binnen. In de keuken trof hij Martina aan. Ze dacht dat hij een boodschap voor haar zwager kwam brengen, maar dat pakte geheel an ders uit. Toen ze de kandelaar die ze in haar hand hield had neergezet begon de notaris haar op onbeschofte wijze te be tasten en hij stelde voor met haar in het ledikant te gaan liggen dat in de keuken stond. Omdat Martina dat weigerde duwde hij haar achterover in het ledikant. Over wat er toen gebeurde lezen we in de ver klaring die Martina en haar zusters bij de notaris hebben afgelegd dat "hij aldaar tot twee verscheide malen kort agter den an deren [haar heeft] gebruikt en geïmpreg- neert". Toen het afgelopen was gaf Johan Martina opdracht even buiten te kijken of er nie mand op straat stond of kwam aanlopen. Hij moest naar huis want Willeboord de Bom, tapper uit Arnemuiden, zou bij hem komen eten. Omdat er niemand op straat te zien was verliet Johan het huis en liep in de richting van het kerkhof. Een flesje olie Toen Martina na verloop van twee maan den bij de notaris verstelwerk zat te doen, vertelde ze hem dat ze niet helemaal in orde was, haar menstruatie bleef achter wege of, zoals zij het verwoordde "dat haar stonden ophielden". Ze vroeg Johan wat hij

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 8