een historisch overzicht van de Zeeuwse streekdrachten samen te stellen. Zij stellen in dit boek: "Dat het Zeeuwsche boeren- costuum nooit, zooals het Friesche gedra gen zou zijn door de hooge aristocratie, is eene minder juiste opvatting; integendeel, onze echte onvervalschte boerendracht is uitsluitend ontleend aan de kleeding der edelen en aanzienlijken en hunne vrouwen uit de Xllle - XVIIe eeuw. Het gehalte der stoffen moge van minder qualiteit zijn ge worden, vorm en kleur even zoo duidelijk den oorsprong te kennen, dat daaromtrent geen twijfel kan bestaan." Op het eiland Walcheren was dit oorspron kelijke kostuum volgens de auteurs nog het beste te bewonderen, want daar was de minste verandering en invloed van bui tenaf geweest. Tegelijkertijd uitten zij kritiek op de meisjes die de oude klederdracht aanpasten en overstapten op een nieuwe muts. Frederiks claimde dat de streek- dracht rechtstreeks afstamde van de dracht van de edelvrouwen van de Bour gondiërs, zodat hij als onderdeel van de Zeeuwse elite trots kon zijn op de eigen heid van zijn volk, een eigenheid met een zeer lange, belangwekkende en onveran derde traditie. Dat de dracht, zoals op de afbeelding is te zien, op elk eiland anders was, maakte niets uit. De kleding was in elk gewest van Zeeland anders en de be woners waren zo trots op hun eigen dracht dat ze niets van de anderen overnamen. Het boek Zeeuwsche streekdrachten werd verstuurd naar onder andere de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, het Friesch Ge nootschap en het Koninklijk Huis. In op dracht van koningin Emma werd een be dankbrief teruggestuurd met de medede ling dat zij dankbaar was voor het bewijs van trouw van de Zeeuwen en de "verte genwoordigsters der Zeeuwsche platte landsbevolking in nationaal costuum". Het is opmerkelijk dat in de brief gesproken wordt over een nationaal kostuum, terwijl Frederiks en De Man sterk de nadruk leg den op de streekdracht van Zeeland. 'Na tionaal' betekent hier niet dat er maar één streekdracht van heel het land gezien werd, maar het betekent 'inheems' (aan het land eigen). De Zeeuwse streekdracht werd zo geclaimd als een nationaal ken merk waar Nederland trots op kon zijn. De tentoonstelling van 1913 Streekdrachten speelden ook een grote rol in het herdenkingsjaar 1913: de herden king van honderd jaar onafhankelijkheid van de Fransen en de opening van het Vredespaleis in Den Haag. Men wilde daarbij Nederland in het buitenland positief onder de aandacht brengen. In heel het land werd de vrijheid van Nederland ge vierd met allerlei tentoonstellingen en spektakels, waaronder een grote streek- drachtenmanifestatie in Amsterdam op 12 september 1913. In Middelburg besloot de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV) een commissie op te richten voor het opzetten van een Zeeuwse tentoon stelling. In de Zeeuwse hoofdstad werd daarop een tentoonstelling van streekdrachten, wonin gen, meubelen, volkskunst en folkloristi sche gebruiken georganiseerd die liep van 16 juli tot 6 september. Voor de streek drachten werd een aparte zaal ingericht met speciaal daarvoor gemaakte levens grote poppen, gekleed in de toenmalige verschillende Zeeuwse drachten. In de ka mer waren ook nog oudere mutsen en kle dingstukken te zien. Deze poppen zijn na derhand aan het Zeeuws Genootschap ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 11