de Koningin, leden van Gedeputeerde Sta
ten en de burgemeesters van Middelburg
en Vlissingen.
Op 6 augustus kwam koningin Wilhelmina
op bezoek. Zij was in Zeeland in verband
met de viering van de overgave van Mid
delburg. Deze herdenking werd ook ge
vierd met een schouwspel en een défilé
van mensen in streekdracht. Het ringrijden
bij de tentoonstelling werd door 1.724
mensen bijgewoond. De tentoonstelling
had een tekort van vijfhonderd gulden. Het
totale budget van de VVV in dat jaar be
sloeg 2.980 gulden. De tentoonstelling was
dus in financieel opzicht een strop. Het be
zoekersaantal werd niet bekendgemaakt,
alleen het feit dat de tentoonstelling "toch
vele bezoekers liet kennismaken met den
aard en het karakter der Zeeuwen". Het is
aannemelijk dat het bezoekersaantal veel
lagerwas uitgevallen dan in 1913, aange
zien de tijdspanne korter was en er minder
geld was voor reclame.
Deze tentoonstelling moest eigenlijk een
soort herhaling van 1913 worden, maar
veel stukken uit dat jaar waren verloren
gegaan of niet meer traceerbaar. Hartman
verwoordde dit verlies in zijn toespraak bij
de opening van de tentoonstelling als
volgt: "Een gevoel van weemoed bekruipt
ons bij de gedachte, dat veel van dit moois
tot het verleden behoort en dat datgene
wat nu nog den trots der Zeeuwsche
schoonen uitmaakt, gedoemd schijnt te
verdwijnen. Maar dan weder gevoelen wij
ons dubbel gelukkig, dat wij U nog zooveel
van dat schoons in al zijne heerlijkheid
kunnen laten zien en bewonderen."
Uit dit citaat blijkt al dat de streekdrachten
aan het verdwijnen waren. Op sommige
plekken in de provincie was de dracht bij
de jongere generaties al verdwenen. Op
Tholen, Schouwen-Duiveland, Noord-Be
veland en in Cadzand en Hulst droegen de
meeste mannen en kinderen al burgerkle
ding. In Hulst waren er zelfs nog maar en
kele vrouwen die in dracht liepen. De cultu
rele elite van Zeeland betreurde dit zeer
en het Zeeuws Genootschap begon met
de aanleg van een verzameling streek-
drachtkostuums en accessoires om te be
houden wat anders verloren zou gaan. De
commissaris van de Koningin riep in zijn
openingstoespraak de vrouwen op om nog
eens goed in de spiegel te kijken voordat
ze hun dracht aflegden.
Op deze tentoonstelling waren minder
poppen dan in 1913. De poppen uit 1913
stonden namelijk nog in de stijlkamer van
het Zeeuws Genootschap. De Middelburg-
sche Courant verwees naar hen als "de
bekende poppen". Wederom waren er
mensen in streekdracht die allerlei oude
ambachten uitoefenden, zoals de vader
van het gezin in de Walcherse kamer die
scheepjes van hout maakte, net als in
1913. Verder probeerde men aan de hand
van tekeningen de geschiedenis van de
streekdrachten duidelijk te maken. De oud
ste tekening was van Albrecht Dürer, uit
1521. De meest recente prenten kwamen
uit het boek Zeeuwsche klederdrachten
van Frederiks en De Man. De prenten ge
ven een beeld van de geschiedenis van de
streekdracht volgens de toen bij geschied
kundigen gangbare opvattingen. Grote re
gionale verschillen ontstonden pas in de
negentiende eeuw. De nadruk van prenten
in de tentoonstelling lag op de ontwikkelin
gen in de negentiende eeuw. Toch werd
door het tonen van de oude prenten het
idee gepresenteerd dat de streekdracht
daadwerkelijk uit de zestiende eeuw stam
de. Aan deze bedachte 'eeuwenlange' tra-