geeft, zijn gebaseerd op exacte tijdstippen
en gebeurtenissen en gedeeltelijk ver
vlochten met feiten en waarnemingen van
later datum.
"De uitbarsting van de hel nam te 07.00
uur een abrupt einde. Vlissingen is één
puinhoop. De straten liggen vol puin, glas,
elektrische draden enz., maar de geallieer-
opgeborgen, proberen we de deur te force
ren. Dit lukt en de voorste zgn. babyspuit
wordt eruit getrokken en naar de overkant
van de straat gereden. Op dat moment
komt uit de Scherminkelstraat een (de eer
ste voor ons) zgn. Tommy om de hoek van
de Noordstraat kijken.
"Wij jubelen luid hoera, vliegen op hem af
Vlissingenwaarschijnlijk 4 november 1944.
Het 4de commando in de Coosje Buskenstraat
na de zuivering van de stad op weg naar de
Nolledijkwaar het zich laat inschepen in (uit
Breskens gekomen) buffalo's om over het Nolie-
gat te worden gezet. (Gemeentearchief Vlissin
gen, Imperial War Museum, FA4460)
den hebben voet aan wal. In ons huis: half
plafond eruit, voordeur en trapgat half in
de prak. De garage in de Coosje Busken
straat staat in brand. Daar hierin de voor
onze post bestemde brandbluswagens zijn
en hij blijkt de ex-inspecteur van onze
plaatselijke politie te zijn, de heer Nahuis,
nu met drie sterren op z'n kraag kapitein
bij de Nederlandse troepen, in dienst bij
het geallieerde expeditieleger.
"Vanuit de school (mulo-ulo) wordt echter
plotseling flink geschoten en ieder vlucht
de huizen in door open deuren of ramen.
Door middel van rookgranaten wordt de
Coosje Buskenstraat geheel 'onzichtbaar'
gemaakt en proberen de bevrijders ook de
huizen aan de kant van de bank in handen
te krijgen.