Ie identiteit tussen 1850 en 1920. Hij schetst hoe de streekdrachten werden in gezet binnen nationalistische tendensen. Ook al waren de drachten verschillend, het idee was dat ze samen symbool stonden voor de Nederlandse volksaard. De Jong baseert zijn ideeën deels op de landelijke tentoonstelling over klederdracht in 1913. Dit artikel richt zich ook op de spanning tussen regionalisme en nationalisme. Waar houdt het ene op en begint het andere? Over de drie streekdrachttentoonstellingen zelf zijn naar ik weet geen publicaties ver schenen. Wel worden ze kort genoemd in het boek De Zeeuwse streekdrachten van Jeanine Dekker. Zij beschrijft de kleder drachtenparade gehouden in 1894 en de tentoonstelling in Middelburg in 1913. Over de tentoonstelling in 1924 en de nage bouwde hoerenkamer van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen schrijven zij en haar medeauteurs echter niets. In De geschiedenis van Zee land wordt ook kort aandacht besteed aan de trend de volkscultuur in musea tentoon te stellen, waarbij de tentoonstelling van 1924 als voorbeeld wordt genoemd. Wortels Dit alles past in een bredere ontwikkeling, waarvan het begin door historici geplaatst wordt in de Franse en de Industriële Revo lutie. De Franse tijd zorgde voor veel poli tieke en maatschappelijke veranderingen, terwijl de Industriële Revolutie voor ontwik kelingen in techniek en economie zorgde, met veel sociale gevolgen. Als een reactie op deze veranderingen kwam de Roman tiek op. De 'Romantische' historici van de negentiende eeuw richtten zich ook op de volkscultuur. Zij gingen op zoek naar de wortels en hun gezamenlijke geschiedenis. Dit leidde onder andere tot een verheerlij king van het authentieke platteland, waar de oude tradities nog in ere werden ge houden. De streekdrachten en de hoeren kamers hoorden daar ook bij, want dat wa ren uitingen van de volksaard. Als deze verloren zouden gaan, zou dat een groot verlies betekenen. De organisatoren van de Middelburgse tentoonstellingen deelden dit sentiment. Bij de drie tentoonstellingen hebben de orga nisatoren opgeschreven hoe zij over streekdracht dachten en waarom zij het belangrijk vonden die tentoon te stellen. Deze en andere bronnen zijn in dit artikel gebruikt om een beeld te schetsen van de veranderende ideeën over de streekdracht en de invention van een lange streek- drachttraditie. De Walcherse hoerenkamer In 1882 werd door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen een hoerenkamer ingericht. Het Genootschap speelde met deze kamer in op een brede re trend in de museumwereld, namelijk de stijlkamer. De hoerenkamer was een stijl kamer met een Walcherse inrichting uit al lerlei tijden. Deze stijlkamer was het eerste zichtbare begin van de interesse voor de streekdracht door de wetenschap en de Zeeuwse elite. Deze Walcherse kamer werd ingericht omdat men bij het Zeeuws Genootschap het gevoel had dat deze 'ori ginele' hoerenkamers verdwenen. In 1886 werden er twee poppen met streekdracht aan de kamer toegevoegd. De kleding van deze landman en zijn vrouw was een geschenk van twee parti culieren. Een van de oprichters van de ka mer, Frederik Nagtglas, beschreef deze kamer in zijn artikel 'Een Ouderwetsche

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2016 | | pagina 8