11 Kindeke Jezus De Middelburgse middenstand probeert al snel een slaatje te slaan uit de onthulling van het beeld. Zo wordt bij de firma Den Boer een prentbriefkaart uitgegeven die voor 5 cent te koop is. Een minder positie ve reactie verschijnt in de rubriek 'Sprokke lingen' in de Middelburgsche Courant van 5 mei 1910. Daarin geeft een anonieme schrijver duidelijk blijk van zijn onvrede: het beeld vertoont wel erg veel gelijkenis met een madonnabeeld met het kindeke Jezus op schoot. Het bij de onthulling aanwezige publiek reageerde volgens deze schrijver dan ook verbaasd en allerminst opgetogen toen het beeld zichtbaar werd. Daarnaast vindt hij het vreemd dat het beeld boven de middeleeuwse graven is geplaatst. De burgemeester heeft deze kritiekpunten weliswaar al in zijn toespraak bij de onthul ling weerlegd, zo gaat hij verder, maar die kennis heeft de gemiddelde voorbijganger uiteraard niet: "Daarom zal menig bezoe ker uit ons land en uit den vreemde zeker met verbazing dit beeld aanschouwen of een geheel verkeerden indruk ervan krij gen." Gelijksoortige kritiek uitte eerder ook de gemeente Middelburg al naar Cuypers zelf toe, maar de mening van de kunstenaar weegt zwaarder. In een brief die hij ruim drie jaar na de onthulling aan de minister van Binnenlandse Zaken schrijft, komt Cuypers nog kort terug op deze kritiek. Hij is nog steeds van mening dat tegen het plaatsen van een modern beeld tussen middeleeuwse graven geen bezwaar is: "Ook niet uit aesthetisch oogpunt: de sil houette van een mannenfiguur in modern uniform, wijkt allicht sterk af van die der middeneeuwsche beelden; een vrouwenfi guur daarentegen en vooral eene Koningin laat zich, omdat zij gedrapeerd is, zeer ge makkelijk aan middeneeuwsche beelden aanpassen." Daarmee is voor Cuypers de kous af. Gaat het zien! De intentie van de gemeente Middelburg om een blijvende herinnering te creëren De tegenwoordige toestand van het beeld, met mos begroeid. (Foto Toon Franken, 26 augustus 2016) aan de geboorte van prinses Juliana en aan de innige band tussen Zeeland en Oranje is ten dele gelukt. Het beeld kijkt, ondanks de verwoestende brand van 17 mei 1940, nog steeds uit over de Markt en is in die zin een blijvende herinnering. Maar de vrees van zowel de gemeente als de anonieme schrijver is ook bewaarheid

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 13