27 hadden over een waterpartij. Op tal van Nederlandse buitenplaatsen waren vaartui gen te vinden die we kennen uit afbeeldin gen en archieven.2 Scheepstypes Afbeeldingen laten vooral eenvoudige roei bootjes zien, zoals een prent van Popkens- burg in de Nieuwe Cronyk van Zeeland door Mattheus Smallegange van rond 1700. Een roeibootje lag ook op het ronde bassin bij het Huis te Oostkapelle, gete kend door Jan Arends in 1772. Op Toorn vliet beschikte eigenaar Galenus Tresel Bevers over een "roeyschuit" die hij in 1763 verkocht, nadat hij een jaar eerder een nieuwe voor vijf Vlaamse ponden had aangeschaft. Van de drie bootjes die in 1772 op het Grote Bassin op Overduin voeren waren er twee van dit type. Dit wordt ook wel Zeeuwse boot genoemd en werd in de scheepvaart onder meer ge bruikt als bijboot van vissersschepen. Een van de vaartuigen op Overduin was opge- Het grote bassin op Ter Hooge. Tekening door jan Arends1785. (Zeeuws Archief, KZGW, ZI-I1, inv.nr. 178) tuigd als trekschuit en kon vanaf de oever worden voortgetrokken met een touw. Een schouw kwam ook wel voor op de bui tens. In 1793 lag er een "schuyt of schou" op een van de vijvers of in de gracht rond het Huis te Oostkapelle. Op Westhove was in 1796 sprake van een "platboomde schuit".3 Dit type werd als overzetveer ge bruikt en diende op de buitenplaatsen ver moedelijk om de gracht over te steken. De meer luxueuze exemplaren waren aan vankelijk op jachten gebaseerde roeiboten; zo prijkt op een prent van Swanenburg bij Vlissingen van omstreeks 1700 een boot die aan de achterzijde was voorzien van een zogeheten spiegel. Deze was versierd met houtsnijwerk, net als bij de plezier jachten die op open water voeren en die vanwege die versierde achterkant spiegel- jachten werden genoemd. Het verschil met

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 29