30 was het waarschijnlijk een kleine roeiboot, en een tweedehands exemplaar. Mogelijk was het een afgedankt schuitje dat eerder dienst had gedaan op een van de handels reizen van de compagnie.9 Als buitenplaatseigenaren een nieuw vaar tuig wilden hebben, bestelden ze dat waar schijnlijk ook bij een van de lokale scheepswerven. Het is aannemelijk dat ze voor het onderhoud ervan een beroep de den op personeel van die werven. Als het minder specialistisch werk was, schakel den ze misschien ook de dorpstimmerman in. In de Walcherse bronnen is hierover verder vrijwel niets te vinden. Gebruik Waarvoor werden de schuitjes gebruikt? De functies liggen voor de hand: vissen en spelevaren. Ze waren doorgaans groot ge noeg om plaats te bieden aan meerdere personen, zoals we ook op afbeeldingen zien, zodat de eigenaar er gezellig met fa milie en vrienden gebruik van kon maken. MiddelburgSeissingel. Het theekoepeltje aan de Domburgse watergangbehorende bij het huis De Griffioen te Middelburgca. 1880. Op het balkon: mr. J.P.R. Tak van Poortvliet, me vrouw Chr.L.H.G. Tak van Poortvliet-van Oordt en mejuffrouw D.A. Tak. In de roeiboot op de voorgrond zitten de vier kinderen Tak van Poortvliet (Joanna Maria, Adriaan, Hen- riëtte Geertruid en Joanna Elisabeth). (Zeeuws Archief, Historisch-Topografische Atlas Mid delburg, nr. HTAM-A-0076) lectie onderhouden. Daarnaast was Hoogerheyden als equipagemeester in dienst van de VOC. Het blijkt uit de boek houding van Radermacher niet of Hooger heyden namens deze onderneming of als particulier handelde.8 Toen Radermacher in 1797 een nieuwe sloep wilde hebben richtte hij zich daar voor tot de Commercie Compagnie in Mid delburg. Voor zijn "nieuwe sloep op Pop- penroede Ambacht" betaalde hij één Vlaamse pond. Gelet op dit kleine bedrag

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 32