31 De schuitjes waren geen transportmidde len. Anders dan in Holland, waar veel bui tenplaatsen via open water bereikbaar wa ren, lagen die op Walcheren allemaal aan een weg. De koets was daarom het ver voermiddel om van de stad naar de buiten plaats te reizen. De schuitjes die we van afbeeldingen kennen, lagen allemaal op vijvers of grachten en niet in watergangen. Soms was er een schuitenhuisje of afdak voor gemaakt. Op de tekening van kasteel Westhove die Zacharias Blijhooft in 1674 maakte, is bijvoorbeeld naast de brug over de gracht een afdakje te zien voor een schuit.10 Een uitzondering is het "vistuig en vaar tuig" dat in 1771 "tot divertissement" dien de op het speelhof Visserslust aan de Seissingel. Dit speelhof lag op de hoek van de Domburgse watergang en het boot je zal bedoeld zijn geweest om op die wa tergang te vissen. Ook op De Griffioen, aan de andere kant van de watergang, was een vaartuig; de koepel die in 1733 aan de waterkant verrees beschikte over een ruimte om een bootje in op te ber gen.11 Maar de meeste schuitjes op grach ten en vijvers waren slechts bedoeld om er korte stukken mee te varen. Vissen vanuit een bootje was makkelijk. Een tekening van Steenhove uit omstreeks 1660 toont de vijver met een roeiboot van waaruit twee personen een visnet hebben uitgegooid. Een derde zit aan het roer. Een prent van Rusten-Burgh aan de Segeers- weg bij Middelburg uit dezelfde periode toont de gracht met een roeiboot die ook in gebruik was om mee te vissen. Op het Grote Bassin op Overduin zijn op een te kening van Jan Arends uit 1772 eveneens mensen te zien die vanuit een bootje hun hengels hebben uitgeworpen. Op Westho ve viste men in 1796 met twee sleepnet ten.12 De open schuitjes boden geen beschutting Een vijver op Steenhove. Detail van een voor studie voor een prent in Speculum Zelandiae ca. 1660. (Zeeuws Archief, KZGW, Z1-1I, inv.nr. 164) jf va Zal/zs/s j mr

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 33