Mechelse meesters eind negentiende eeuw te kampen hadden met wateroverlast. Over oorzaak én oplos sing van het probleem liepen de meningen echter uiteen. Enerzijds bestond er in 1886 bij het polderbestuur begrip voor "den treu- rigen toestand, waarin hunne gronden bij overvloedigen regen verkeren". Anderzijds werd de boeren nalatigheid in het onder houd verweten. Zij werden verantwoordelijk gesteld voor "niet tot behoorlijke diepte ge dolven slooten". Die sloten waren soms "zoo vol dat ze door de veelheid van slijk niet kunnen gezien worden". Een afdoende oplossing voor de binnenwateroverlast kwam pas in 1930 met de inzet van het ge maal Boreel. Veel van de vroegere verschillen tussen hoog en laag mogen dan zijn uitgewist, het wezenlijke onderscheid tussen ruggen en poelen is gebleven. De hoogtekaart nodigt u uit om daar overal in ons heem een open oog voor te hebben. Aad de Klerk Met dank aan Johan van Cranenburgh, Waterschap Scheldestromen. Timmerlieden uit Mechelen in Middelburg en Veere, ca. 1520 Schepenakten Tijdens opzoekingen in de schepenregis ters uit de periode 1518-1520, bewaard in het Mechels Stadsarchief, doken twee akten op die een nieuw licht werpen op de bouwactiviteiten van meester-timmerlieden van Mechelen.1 Deze schepenakten tonen aan dat zij in die periode kapconstructies uitvoerden aan de Sint-Pieterskerk van Middelburg en aan de Onze-Lieve-Vrouwe- kerk van Veere. De Sint-Pieterskerk of Noordmonsterkerk stond aan de noordzijde van het Hofplein. In 1834 werd deze afge broken. De Onze-Lieve-Vrouwekerk staat thans bekend als de Grote kerk van Veere. De parochiekerk van Veere was een reali satie van twee generaties Mechelse bouw meesters Van Mansdale alias Keldermans. In de vijftiende en de zestiende eeuw had den de Keldermansen ook getekend voor de bouw van het gotische stadhuis van Middelburg. Dat eveneens timmerlieden uit Mechelen tot in Zeeland werkzaam waren, is in de literatuur onbekend. Uit de Mechelse schepenakte van 18 maart 1518 (1519 nieuwe stijl) blijkt dat meester- timmerman Joos Scheers een contract had gesloten met de kerkmeesters van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Veere voor de constructie van de kap voor deze kerk. Er werden concrete afspraken vastgelegd voor de afbetalingen van het werk en voor de borgstelling. In de schepenakte van 9 april 1518 (1519 n.s.) zien we meteen het gedetailleerde aanbestedingscontract dat meester-tim-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 2017 | | pagina 27